de impact van een kleine tentoonstelling
Voorjaar 2022 zag ik bij galerie Ellen de Bruijne in Amsterdam de expositie, For every word an emergence of entropy and a call for reconstruction waar vier kunstenaars aan deelnamen, te weten Anne-Lise Coste, Daniele Formica, Dora García en Klaas Kloosterboer. En hoewel Ik de titel onmogelijk vond (Ik weiger het aan de thermodynamica ontleende begrip entropy simpelweg met ‘wanorde’ te vertalen), bleef de expositie ‘hangen’. De impact van de achterliggende gedachte ervan was zo groot, dat ik er ook een jaar later nog over schrijven wil. Er diende zich bovendien een tweede reden aan om dit te doen: Anne-lise Coste had afgelopen maart een solo met nieuw werk bij Galerie Ellen de Bruijne en in het MUHKA in Antwerpen is tot eind mei 2023 een retrospectief van het werk van Dora Garcia te zien.
Maar die kleine expositie, samengesteld door curator Sergi Rusca die ik tijdens de quarantaine-stilte zag, blijft het startpunt. Daarom begin ik ook bij een beschrijving van de werken die ik op de tentoonstelling zag: bestaand werk van de kunstenaars waarvan handgeschreven tekst een onderdeel was. Er stond bijvoorbeeld objecten van Anne-Lise Coste tegen de wand, deuren (of ramen) met drie glazen compartimenten waar op iedere ruit in airbrush een woord was aangebracht, me, mi, ma – lo, li, la (2021). Van Dora Garcia was een werk uit 2014 te zien, 12 Attempts to Forge a Letter from Joyce to Ibsen in 1901. Het bestond uit een witte tafelvitrine waarin meerdere, slordige stapels brieven lagen, gefantaseerde imitaties van de genoemde brief. Klaas Kloosterboer toonde enkele kleine schilderijen met vluchtige woorden als vegen of ornamenten; de woorden hadden in het schilderspel hun betekenis bijna verloren. Van Daniele Formica tenslotte was voor een aantal aquarellen gekozen, bladen die ook symmetrisch aangebrachte teksten bevatten, spiegelend in de verticale as, in mijn herinnering leek het effect op een masker.
Klaas Kloosterboer 09170 (voorstelling), 2009
Klaas Kloosterboer 09171 (programma), 2009
De opsomming bevestigt de eerste indruk, dat handgeschreven tekst centraal staat. Die keuze leidt tot een ingehouden atmosfeer. De galerieruimte was licht en rustig en je werd er als kijker aan herinnerd dat je de werken vooral ´lezen´ moest. Toch was de expositie verre van eenduidig, want het handschrift in de context van de verschillende oeuvres had verschillende betekenissen. Die diversiteit leidde naar de inhoud van de tentoonstelling. Rusca onderzoekt een radicaal filosofisch idee over de instabiliteit van taal. ‘Instabiel’ klinkt als ‘niet-helder’ en ‘onveilig’, maar dat hoeft niet zo te zijn. Instabiel is ook ‘veranderlijk’, een principe dat groei en uitwisseling mogelijk maakt; een hele troost. Zo althans begrijp ik het begrip entropy in deze context.
Handschrift en schrijven: Het waren vooral de werken van Dora Garcia en Anne-lise Coste die me aan het denken zetten. Zij rammelen met hun werken aan de fundamenten van het denken en van taal. Het werk van Klaas Kloosterboer en Daniele Formica is niet minder belangrijk voor mij, maar
omdat het eerder wijst in de richting van schilderkunst en beeld, komen zij in dit artikel achteraan. (Waarmee ik niet wil zeggen dat schilderen en beeld geen denken zijn.) Dat zij minder aandacht krijgen in dit stuk is geen beoordeling, maar het gevolg van het verhaal dat ik vertellen wil. Beeld weer een andere keer! Beloofd!
Anne-Lise Coste Frontex Facho Macho Management, 2023
Ik begin bij Anne-Lise Coste. Zij maakt al een jaar of twintig, opvallend onafhankelijk werk met airbrush of spraycan. De poëzie van graffiti en snel neergeschreven woorden vormt de kern van haar werk. Toch begin ik hier met een beschrijving van de vroege video, Tramperformance (1997) die tijdens de tentoonstelling Frontex Facho Macho Management bij Ellen de Bruijne in de kelder draaide. De video was bijzonder en maakt goed duidelijk wat graffiti, poëzie en actie voor Coste betekenen.
Het eerste beeld dat ik zie, is een met kasseien geplaveide straat. In Zwitserland of Frankrijk misschien. Aan weerszijde huizen en winkels. Er rijdt verkeer in twee richtingen, de straathelften gescheiden door roestige rails. Tramrails met haltes. Er stappen mensen in en uit. Dan trekt een jonge vrouw de aandacht. Ze heeft een spraycan in haar hand en tape, en bukt bij een halte en brengt iets aan op straat nét naast de verhoogde stoep, een streep, de start. Dan een volgende halte, weer een streep, de finish. De vrouw trekt sportschoenen aan. Ze wacht. Ze bukt. Daar komt de tram! Klaar voor start! …. is af! En, ze trekt een sprintje. Ze doet een wedstrijdje met de tram. De mensen negeren haar. Een enkeling grinnikt of kijkt verbaasd. Een trambestuurder kijkt even om, rijdt dan door en wint natuurlijk.
Wat een fantastisch werk, banaal, bizar, levend. De vitaliteit herinnert aan werk van Pippilotti Rist, maar ik dacht ook aan Le Surmâle (1901) een boek van Alfred Jarry, door G.Komrij vertaald met ‘Superman’. In de roman doet een groepje mannen, vergroeid met een racefiets – op doping (sic!), een wedstrijdje met een trein. Die typische gekte van Jarry maakt zeker deel uit van haar werk, en haar uitingen zouden een feministische variant van de patafysica kunnen zijn. Maar hoewel haar affiniteit met literatuur en haar onaangepaste houding onmiskenbaar zijn, vormen zij slechts één mogelijk interpretatiekader. Ik denk dat het eerlijker is om van liefde en poëzie (liefde voor poëzie) uit te gaan. Het onaangepaste, de woorden als een handeling (of voortgang), het sprayen, klank, kreet en beweging volgen dan vanzelf. De reeks is aanwezig in Poème, Pute, Police, weer drie woorden op de drie ruiten van één deur(2020) en in Frontex Facho Macho Management waarin zij uitspraken doet over liefde en geweld. Als de ene vrouw het kruis van de broek van een andere vrouw markeert met roze en/of rode verf is dat zowel een eerbetoon als een waarschuwing. Het is een hartenkreet.
Dora García 12 attempts to forge a letter from Joyce to Ibsen, 2014
Dan het werk van Dora Garcia, 12 Attempts to Forge a Letter from Joyce to Ibsen in 1901 (2014). In de expositie staat een tafelvitrine met enkele stapeltjes handgeschreven brieven; twaalf keer een door Garcia bedachte en geschreven variant van een brief die de jonge James Joyce in 1901 aan zijn held, de Noorse schrijver Henrik Ibsen schreef. Die brief bestaat echt, dat wil zeggen het concept ervan wordt bewaard in de British Library. Joyce schreef hem op 18 jarige leeftijd en had, naar verluidt, Noors willen leren om Ibsen in de oorspronkelijke versie te lezen. Tot zover het werk in de tentoonstelling dat een vervolg (spin-off) is van een eerder, groter project van Garcia, The Joycean Society (2013), een onderzoek naar een groep mensen die ieder jaar de laatste en minst toegankelijke roman van James Joyce, Finnegans Wake, helemaal hardop lezen.
Uit de beschrijving blijkt het verschil tussen het werk van Coste en Garica en van hun gebruik en opvatting van tekst. Maar er zijn ook overeenkomsten, zoals de nadruk op performance of voordracht ten gunste van het ‘affe’ product, het boek, de roman, de tekst. Zonder een tegenstelling te creëren tussen handgeschreven tekst en gedrukte teksten, of teksten die via toetsen op schermen verschijnen, wordt de eerste een metafoor die voor actie en activiteit, voor vluchtigheid en veranderlijkheid staat. Dat laatste, die veranderlijkheid, is de kern van het werk van Garcia. Zij onderzoekt geschiedenis in termen van overdracht en herhaling in termen van communicatie. ‘Vervalsen’ is daarmee niet alleen iets slechts, het is ook onontkoombaar en vernieuwend. Het is de manier waarop je je teksten eigen maakt, en diverse variaties in omloop komen.
Dat idee ontroert me. Ik ben al geëmotioneerd als ik de stapels handgeschreven brieven zie. Blauwe zinnen. Wit papier. Niet HET schrift of HET woord, maar schrijven als in overschrijven en woorden lezen en schrijven en teksten eigen maken en vertalen. Het toe-eigenen van tekst veronderstelt een identiteit en voor dát begrip verwijst Garcia naar Lacan. Maar met zijn werk ben ik niet vertrouwd. Ik neem mijn toevlucht tot een recente bundel van Julia Kristeva, Passions of our time (2018), waarin zij op verschillende manieren het vermogen om te schrijven, schrift te lezen en als subject te begrijpen verbindt. Herlezing van enkele artikelen leidt bij mij tot de conclusie dat ook bij haar, het denken in termen van vele talen in plaats van één een vorm van verzet is; verzet tegen het idee dat een mens maar één identiteit bezit, een die samenvalt met één taal, één nationaliteit en één canon.
Daniele Formica Words that come up in my mind after the word navigation, 2021
Tot zover mijn beschrijving van een kleine expositie met een troostende en onmogelijke titel. De impact was groot en ik denk nog steeds na over vluchtigheid, veranderlijkheid en beweeglijkheid. Omdat ik schrijf werd ik geraakt door de rol van de literatuur en het schrijven als metafoor voor herhaling, vervalsing en – tot op zekere hoogte – vertaling. Schrijven is een fysiek proces waar het lichaam bij betrokken is en dát is een principe dat beter in de beeldende kunst tot uiting komt dan in het schrijven van boeken. Het fysieke maakt het werk van Coste, denk aan Tramperformance. Zoals rennen staat tot tram, staat schrijven tot gedrukt. De fysieke act van het schrijven kan bij Garcia ook de act van het spreken zijn.
De nadruk op schrijven en handschrift had in de expositie ook gevolgen voor het beeld en daar komt het werk van Daniele Formica en Klaas Kloosterboer binnen bereik. Zij schrijven echter niet met inkt maar in verf. Formica schrijft in aquarelverf, Kloosterboer schildert en dát is een ander verhaal.
Ze heeft vele namen
Dora Garcia, MUHKA, Antwerpen, 5-2 / 23-5-2023
Frontex Facho Macho Management
Anne-Lise Coste, Galerie Ellen de Bruine, Amsterdam, 10-03 / 08-04 2023
For every word an emergence of entropy and a call for reconstruction,
Anne-Lise Coste (1973, Frankrijk), Daniele Formica (1997, Italië / Nederland),
Dora García (1965, Spanje / België) en Klaas Kloosterboer (1959, Nederland), curator Serge Rusca
12-2 / 19-3-2022, Galerie Ellen de Bruijne, Amsterdam
Ellen de Bruine Projects https://www.edbprojects.com/
Dit artikel verschijnt ook op Jegens & Tevens https://jegensentevens.nl/
Daniele Formica Roman Legionnaire going to sleep (leaning in bed)