Geluiden – Maandag 6 april 2020 – Mijn regelmatige stappen. Half schuivend omdat ik schoenen met sterke rubberen zolen draag. Ik hoor ook mijn jas, hoe mijn armen de stof langs elkaar doet bewegen, het zoevende geschuif van een kunstmatig materiaal.
Category: en route
Zondag 5 april 2020 – Twee wandelingen. De ene op 3 april de andere op 5 april. Vrijdags vertrek ik vroeg. Mijn computer doet vreemd. Als ik opstart valt hij steeds sneller uit. Soms helpt het om even te wachten. Geduld heb ik niet. Dus besluit ik om een flinke wandeling te maken. Omdat de stilte van het centrum me zo goed beviel, ga ik die kant uit. Achter het station langs terug.
Donderdag 2 april 2020 – Inversie, negatief, omgekeerd, tegengesteld, binnenste buiten, gespiegeld. De wereld keert zich binnenste buiten. Wat gewoonlijk buiten gebeurde vind nu ten dele binnen plaats. Werken, vergaderen, schoolgaan, eten, vieren. Quarantaine. Toch is het druk. Misschien zijn er minder auto’s op straat, in ieder geval en godzijdank geen vliegtuigen – het is een wonder hoe fijn je slaapt als er niet de hele nacht hoog boven grote vliegtuigen, lager de kleine vliegtuigen van zakenlui, en daartussen legaal en illegaal vrachtverkeer vliegt – maar de straten zijn verre van leeg.
Dinsdag 31 maart 2020 – Bomen in Europa. In de stukjes die ik schreef komen regelmatig bomen en plantennamen voor maar een kenner ben ik niet. Op mijn wandeling door het Beatrixpark noteer ik de namen die met plaatjes op de bomen zijn bevestigd. Vaak doe ik gewoon een gok. Het is belangrijk dat wat ik schrijf niet te pedant klinkt. Het is niet bedoelt als biologische kennis, maar als een beschrijving van wat ik zie.
Grofvuil – Dinsdag 31 maart 2020 – Het heeft gewaaid. Fietsen zijn omgevallen, scooters ook. En als het papier niet goed in de kartonnen dozen en vuilniszakken zat, ligt de straat vol witte snippers, plastic zakken, stukken karton.
Bouwactiviteiten – Dinsdag 31 maart 2020 – Twee huizen waar kleine zwarte cijferkastjes hangen. Ze zijn aan de deursponning vastgemaakt. Er komen mannen uit de deur. Er gaan mannen bij het trapgat omhoog en naar binnen. Ze komen uit de kleine witte busjes die op de parkeerplaatsen staan.
Parken – Dinsdag 31 maart 2020 – Mensen in de zon. De posters van de aangekondigde tentoonstelling van Nam June Paik, felle blauwe, paarse, zwarte en witte televisiestrepen lijken al te verbleken. Witte stokbroodwolken verschijnen tegen de blauwe lucht.
Parken – Maandag 30 maart 2020 – Tussen snelweg en spoor het grote niets waaraan vlijtig wordt gebouwd. Bij het spoor aan de ene kant Lelylaan, aangestampt, parkeerplaatsen, met stenen tegen aanvallen met vrachtwagens en andere pestkoppen, Bully-auto’s. Aan de linkerkant een talud met struiken. Het tweede talud met een hoge bomenrij stijf en romantisch.
Zaterdag 28 maart 2020 – Kan het denken aan een wandeling ook een wandeling zijn? Het is helder weer. De lucht vol wolken. Het waait koud en hard. Om de vraag te beantwoorden richt ik me niet op het beeld van buiten, maar op de literatuur. Ik lees Aan de Vrouw (Frans: En ménage, 1881) van J.K. Huysmans vertaald door Martin de Haan en Rokus Hofstede.
Vrijdag 27 maart 2020 – Als ik vertrek is het nog licht. Ik loop naar de snelweg bij de Kolenkit. Hier gaat de snelweg onder de straat en enkele gebouwen door. Ik wil weten of het druk is maar zie niets. De snelweg is afgedekt. Alleen bij de zebrapaden die het mogelijk maken om afslagen te passeren zie je een klein stukje autobaan. Aanpalend een klein trapeziumvormig stukje land helemaal vol distels.