Dinsdag 28 januari 2020 – Gisteren keek ik met veel plezier naar de film Les Glaneurs et la Glaneuze van Agnès Varda. Ik had geen idee waar de film over zou gaan. De hartvormige aardappel op de cover deed het ergste vrezen. Maar ik had het mis. Ik vond die avond bovendien een hartvormige aardappel die ik voor J. bewaarde.
Category: en route
maandag 27 januari 2020 – Bij Station Lelylaan onder de metrolijn door, grote ronde pilaren met een versiering van gelige, bruine en beige mozaïeken. Het mozaïek wordt met witte banden onderbroken. De kleuren verlopen van licht beneden, naar donkerder boven. Grote ronde witte pilaren. Er rijdt een vrachtwagen met een open laadbak voorbij. Er ligt een grijze betonnen wenteltrap op en twee of drie muuronderdelen, met lichte baksteen bekleedt beton.
Zondag 26 januari 2020 – Tussen de fantasievolle geornamenteerde gebouwen van de Amsterdamse school voel ik een zware trage vorm van geluk. Ze drukt op mijn schouders als een zekere donkere waardigheid, en tilt mijn hoofd op, omdat ik graag even naar de ronde ijzeren ramen kijk van de gebouwen, de houten daklijsten, de zandstenen portieken en prachtige houten voordeuren met smeedijzer voor de kleine raampje, openingen naar de straat. Vaak afgeschermd met kanten gordijntje.
Zaterdag 25 januari 2020 – Bij het wakker worden vertel ik J. over een lezing die ik bezocht. In de reeks ‘Ervaringen van het lichaam’ werd over Kleur gesproken. Zwart Wit Rood Geel Groen Blauw. Ik woon de lezing bij omdat ik mijn omgeving zo graag beschrijf en nadenk over de werking van kleur. Het zwart van de nacht. Het blauwe uur, dat zich zo prachtig in woord en beeld laat vangen.
Vrijdag 24 januari 2020 – Woonboten vormen in de stad een soort tegen- of schaduwwereld. Als je van de kade stapt om de loopplank te bereiken kom je ergens anders terecht, waar de geluiden anders klinken, de kleuren en de referenties anders zijn. Het is er stiller, zoals het stil wordt als je bij het station de hoek om gaat en de kade aan de achterkant van de panden op de Piet Heinkade betreedt. Het is er besloten. De lage wereld van water, wijde uitzichten en eigen water en elektriciteit.
Dinsdag 21 januari 2020 – Vanochtend felle, felle zon en een hele hoge luchtdruk. Het water kookt bij 101 graden, lees ik ergens. Alles spiegelt genadeloos, verblindend wit licht. Cirkelende blauw omrande vlekken voor mijn ogen. De ramen van de moderne hoogbouw van de oude drukkerij Tetterode, de daken van de auto’s, de deurklinken, hun zijramen en achteruitkijkspiegels. Zelfs de fietsen schitteren en beperken het zicht.
Maandag 20 januari 2020 – Vaak stoppen er toeristen op de brug voor ons huis. Ze fotograferen de horizon in het verlengde van de gracht. Daar komt de zon op. Je kunt zeker een kilometer ver kijken. In het verlengde van de daken zie je de drie flats die Carel Weeber ontworpen heeft. Postmodern, zwart, rood, groen. Het kleurt mooi bij de zon en de geraniums die in de bakken aan de ijzeren brugleuningen hangen.
Zaterdag 18 januari 2020 – Meestal bezoek ik de buitenwijken met hun lage moderne stempelbouw en hoge stijve nieuwbouw, vele groen en brede grijze straten, maar ook het opgeknapte oude deel van Amsterdam heeft charmes.
Vrijdag 17 januari 2020 – Als ‘origineel’ – een begrip van Julika Rudelius – voel ik me nauw verbonden met de laat negentiende-eeuwse architectuur van het aan het centrum grenzende deel van Amsterdam West. De architectuur met de gesloten hoge gevels die toch iets van jugendstil en iets van denken-aan-arbeiders heeft. Hoe vreemd die baksteenwoestijn eigenlijk is, merkte ik pas op het atelier van een kunstenaar uit Madagaskar. Hij typeerde de stad door de gesloten architectuur te benadrukken.
Donderdag 16 januari 2020 – Galerijflats hebben allemaal ongeveer dezelfde indeling; Een vrij grote woonkamer met een balkon en een vrij uitzicht over een grasveld met hier en daar een struik of water, de Sloterplas bijvoorbeeld, of de een of de andere vaart. Naast dat grote raam, één of twee kleine kleinere, de kinderkamers, die ook naar de voorkant reiken. En aan de achterkant één grote slaapkamer en de keuken. En aan de achterkant één grote slaapkamer en de keuken. Zij liggen aan de openbare galerij waar de voordeur is. Niet vreemd, dat de gordijnen er altijd gesloten zijn.