Je schreef nog niet over de try-out van de voorstelling Seven Scenes for the Black Box van Nicoline van Harskamp die je afgelopen september bezocht, een voorstelling en een gesprek met het publiek. Dit vond plaats in de gemoedelijke zaal van If I can’t Dance op het WG terrein in Amsterdam, een oud anatomisch theater, denk je.
Dat je nog niet over de voorstelling schreef, heeft een reden: Het werk van Nicoline van Harskamp is complex en heeft altijd nieuwe, voor jou volstrekt onbekende elementen waarmee je vertrouwd moet raken. Begrippen, kennis, invalshoeken. Het kost tijd om de draagwijdte van haar werk te overzien. Haar performances zijn helder en toegankelijk. Ze hebben echter ook een wetenschappelijke intentie die niet in één keer te bevatten is. Het gaat over taal en wederkerigheid. Het gaat over delen en meedelen. Er is een sociaal menselijke en een politieke dimensie. Dat doe je niet zomaar in een paar woorden af.
Dat je je met plezier vastbijt in haar projecten, heeft een persoonlijke toets. Je bent geïnteresseerd in taal omdat je schrijft. Dat ligt voor de hand. Daar telt Je antropologische en filosofische belangstelling bij op. Je houdt van de veelheid en meervoudigheid van taal. Dat er niet zomaar sprake is van één enkele taal met één vaste set van regels, maar dat er vele talen zijn met veranderende regelsets. De mogelijkheden om ons uit te drukken zijn niet uit staal gegoten. Taal is variabel, de regels zijn gegroeid en hebben vele functies. Taal bevestigt hiërarchische verschillen. En die verschillen kunnen ook met doorbroken worden. Taal is spreken. Taal is geluid. Taal is schrijven en denken. Dat ontroert je. Dat stuwt je voort.
De projecten die Van Harskamp doet en heeft gedaan, bestaan uit lange trajecten waarin ze steeds een ander onderwerp uitvoerig bestudeert. Vervolgens ontwikkelt ze performances, die zowel het resultaat zijn van het onderzoek, als een volgende stap in het traject. Aan de hand van uitgewerkte scenario’s voeren actrices en een enkele acteur haar opdrachten uit. Aan de hand van verschillende thema’s zoals Names as Language, Englishes, Screen Talk en Prosodia wordt steeds een ander onderdeel van spraak en spreken uitgelicht. Voor een AICA-salon die je organiseerde, vertelde Van Harskamp over Englishes, een project waarin zij aandacht besteedde aan de manier waarop mensen bij het spreken van Engels als niet-moedertaal hun stemgeluid en intonatie gebruiken om een sociale positie te bevestigen. Zodoende steekt ze de mensen die Engels als lingua franca hanteren een hart onder de riem. Seven Scenes for the Black Box maakt deel uit van Prosodia, een nieuw traject waarin ze aan de hand van de geschiedenis en ontwikkeling van actereertechnieken digitaal ontwikkelde spreekstemmen analyseert.
‘Prosodie is in de fonologie het ritme, de klemtoon en de intonatie van de stem bij het uitspreken van een zin of zinsdeel,’ lees ik op internet. Het is ook een belangrijk onderdeel van de poezie, waar het betrekking heeft op de lettergreepmeting en het metrum.
Aan de hand van digitaal ontwikkelde stemmen laat Van Harskamp zien wat dit betekent. Ze zet de stemmen voor haar performances in. Prosodia is vervolgens de naam van de zwarte doos waarmee de actrices een dialoog zullen voeren. Hun tegenspeler is dus geen mens, maar een stem die op internet te vinden is. Dit levert een bijzonder schouwspel op.
Je denkt na.
Taal = Spreken en spreektaal met alle theatrale en maatschappelijke mogelijkheden;
is het spreken van verschillende talen:
is het je de aanpassen aan een omgeving, ook met de klank, het ritme, de toonhoogte en zo.
Taal = Lezen, schrijven en denken;
is lezen en schrijven in verschillende talen;
is schrijven in verschillende alfabetten en schriftvormen.
Bij het eerste rijtje hoort de lezing over de taalkennis van vrouwen in Noord-Afrikaanse havensteden en bordelen. Je had er nooit bij stil gestaan dat heel veel taalkennis nergens genoteerd staat en daarom amper wordt erkend. De taal van handelaren rond de Middellandse zee. De taal van huisvrouwen. Polyglotte zeelui. Polyglotte lichtekooien. Spraak in duistere handelskantoren en stoffige pakhuizen. Spraak die binnenshuis blijft, binnenskamers zelfs. Prachtig.
Bij het eerste rijtje hoort ook de overgang tot dichten en muziek.
Bij het tweede rijtje hoort het artikel van Julia Kristeva over Émile Benveniste. Het verhaal over hun vriendschap ontroert. Maar ook de ideeën van Benveniste raken je, vanwege zijn Syrisch/Joodse achtergrond – Kristeva is Roemenië geboren en Joods – maar ook vanwege je studie, antropologie. Ferdinand de Saussure. Het was een naam die altijd in één adem met Claude Lévi-Strauss wordt genoemd. Semiotiek. Signifiant. Signifié. Als je decennia later die tekst van Kristeva leest, bedenk je onmiddellijk dat Benveniste met zijn erudiete onderzoek de monolithische taalsystematiek van De Saussure doorbreekt. Hij relativeert. Als polyglot gaat hij uit van vele talen. Hij incorporeert meertaligheid in zijn ideeën. Zodoende ontmantelt hij een veel gehoorde veronderstelling: Er is niet perse één moedertaal (het woord veronderstelt dat geboorte en taal samenvallen), het kunnen er meerdere zijn. Ik spreek de taal van mijn vader. Ik lees de taal van mijn moeder.
Meerdere talen. Polyglot zijn. Het heeft verschillende consequenties. Benvenist speculeert over een entiteit achter/tussen/boven die talen die vertalen kan en besluiten neemt, bijvoorbeeld over je taalregisters. Dat denken volgens hem niet samenvalt met één enkele taal, is bijzonder. Het problematiseert de ontwikkeling van een identiteit. Het is plotseling geen wetmatigheid meer dat de taal van het land waar je geboren bent je persoonlijkheid bepaalt. Dat bevalt me. Dat vind ik mooi. Niet alleen taal is niet uit ijzer gegoten, ook een identiteit is dat niet. Je mag, je kan, je moet je taal en identiteit bespelen. Code-switching. Rap. The Last Poets. Mensen zijn creatief. Mensen zoeken naar vrijheid. Mensen zoeken naar ruimte. Maak de diaspora tot je verhaal.
Als je ’s nachts niet slapen kunt, kijk je tv. Een aflevering van de serie Afro-Europeanen met Ikenna Azuike. Je luistert naar de gesprekken met Ethiopiërs die in Finland leven. Je herkent de manier waarop de relatie eigen cultuur wordt beschreven; de spanning, de aanpassing aan de buitenwereld, de Finse Cultuur; de aanpassing aan de familie thuis (Ethiopisch, Mohammedaans). Sinds je liegt tegen je moeder en verzwijgt wie je bent, is het leven gemakkelijker geworden.
Benveniste denkt over schrift en schrijven. Seven Scenes for the Black Box gaat over gesproken taal. “Why would machines employ sequences of tokens that represent mouth noises?” noteert Van Harskamp bij de sequentie Screentalk op haar website. “Isn’t it your job to give life on stage to imaginary characters?” noteert ze bij Prosodia. De uitspraken illustreren een ontwikkeling in de performances. Eerste gaat het over synthetische stemmen, met behulp van AI samengesteld uit stemmateriaal dat beschikbaar is op internet, maar al snel gaat het ook over acteren en acteermethodes. Deze ontwikkeling komt in grote lijnen overeen met de conclusie die samen met het publiek na afloop van de voorstelling getrokken wordt.
Seven Scenes for the Black Box. De zeven scenes worden door vier actrices en de zwarte doos Prosodia gespeeld. Nicoline van Harskamp verzorgde de teksten. Soms op basis van bestaande toneelteksten en literatuur, soms op basis van gevonden materiaal, zoals de teksten van sitcoms, een enkele dialoog is volledig van haar hand. In wezen zijn alle scènes interessant. Ze vormen immers samen één geheel. Toch springt een enkeling eruit. Zij blijken de ontwikkelingslijn van Van Harskamps denken te markeren.
De voorstelling begint met een scene waarin een kunstmatige stem zich aandient bij een regisseur en haar uitdaagt om mee te mogen spelen. Dit is vrij letterlijk, ironisch. Kan het? Een kunstmatige stem die meespeelt. Is het nodig? Is het echt? De stem is tamelijk brutaal. Je begrijpt als toeschouwer waar het om gaat. De stem die spreekt is niet echt.
Volgen enkele andere scènes. Je probeert de scenes te duiden, wat niet helemaal lukt. Tijdens een scene waarin dezelfde situatie steeds opnieuw herhaald wordt, door verschillende actrices, en verschillende tegenstemmen, dringt het tot je door dat het niet zomaar gaat over een computerstem, maar over de intentie en reikwijdte van de verschillende synthetische stemmen. De actrice neemt afscheid, steeds met dezelfde tekst, met andere stemmen, die van een volwassen vrouw, een man, een kind. Dat maakt van de actrice een bedrogen geliefde, een bedriegster, een moeder of verzorgster van het kind: ze vertrekt en pleegt verraad. Het is een wonder hoe verschillend de betekenissen van dezelfde woorden kunnen zijn, in andere situaties, met andere stemmen, intonaties, ritmes, klanken. Je besef van de variëteit en flexibiliteit van gesproken taal neemt toe.
Ook in de volgende scenes. Een tekst op basis van sitcoms. Je besef van de flexibiliteit van gesproken taal en dialogen krijgt een volgende impuls als de scene met de zwarte doos wordt gepeeld aan de hand van enkele vooraf vastgestelde regels. De actrice zegt een zin. De doos zegt haar na. Met kleine wijzigingen moet de actrice de doos steeds volgen. Het resultaat is een vlot en spannend en vervreemdend spel. Achteraf tijdens het gesprek met het publiek blijkt het om de Meisnermethode te gaan, een specifieke methode om theater te leren spelen. “Isn’t it your job to give life on stage to imaginary characters?”
—
Ik hou van het werk van Nicoline van Harskamp. Ik vind het fijn dat het werk deel uitmaakt van lange trajecten. Ik vind het fijn dat niet alles meteen helemaal duidelijk is. Ik vind het fijn dat het werk reflectief is. Het is een praktische denken over spreektaal en menselijk gedrag, dat zich stap voor stap ontwikkelt.
—
Seven Scenes for the Black Box Nicoline van Harskamp
20 september 2024
locatie: If I can’t dance, I don’t want to be part of your revolution
actrices: Ebony Wilson, Cézanne Tegelberg, Lidewij Mahler and Rosita Segers
site: Nicoline van Harskamp