111.

Stephan Keppel 2020 09
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

 

Vrijdag, 28 augustus 2020

Al wandelend naar Artis gegaan. Micropia bezocht. J. had mee zullen wandelen maar z’n rug wil niet. Dan pak ik paraplu en regenjas en stap ik dapper richting de dierentuin. Nassaukade. Kerkstraat door. De kortste weg. Tussen de hoge oude huizen. Veel toeristen. Slingerend. Omdat het er al een tijdje niet van kwam, ga ik ook nog even bij Atheaneum aan de Sarphatiestraat langs. Mijn neus loopt als ik boven de nieuwe boeken sta. Een Nederlandse uitgave van essays van Walter Benjamin over taal en geschiedenis blijft me bij. Ik koop het niet. Misschien later in het Duits.

Wat ik wel kocht, niet bij Atheaneum, maar elders: Het grote boek over de Europese parlementen van Nico Bick. Voor als de democratie voorgoed voorbij is en Europa lang geleden. Zo kan je er nog eens aan denken, dat er ooit een tijd was waarin gekozen regeringen in zalen debatteerden, besluiten namen, stemden. Het is een beetje groot, dat boek. Ik schrok ervan toen het binnenkwam.  Het boek is vormgegeven door Joost Grootsens.
Dan kocht ik enkele weken daarvoor een boek van Judith Schalansky. Las het voorwoord in de trein op weg naar Nijmegen. Het voorwoord beviel me wel, over geschiedenis en verval. Toch lijkt de schrijfster ook een beetje een oud vrouwtje. Net is iets te ernstig en te decoratief.
Dan David Markson, Wittgenstein’s Mistress, waar ik een aantal pagina’s in gelezen heb en heel erg bijzonder blij mee ben; Dat helemaal alleen zijn op de wereld! Dan kan je alleen nog maar eerlijk zijn. Dan Ben Okri, schrijver uit Nigeria. Een vergeten naam. Genoeg boeken dus!

Ontroering als ik Micropia binnen kom, het herinnert me aan de muur van Linnaeus in Naturalis in Leiden. Veel hele kleine organismen, bacterieen, vlooien, het beroemde pantoffeldier. Een licht gevoel van spijt. Als ik dit geweten had … Het mysterie van Ada – Nabokov – een jeugd tussen oude zoldermuren en vlinders. Het mysterie van de jonge  bij de Samen. Natuurlijk is die opwinding ook erotisch. Linnaeus geeft een fantastische beschrijving, over kou en vocht en het eten van boomschors, en de bulten bij jonge rendieren, en mooie blonde dominees dochters en veel verschillende wilgensoorten en korstmossen.

Bij Micropia zijn het de kleintjes. Watervlo en minikreeftjes, pantoffel- en beerdiertjes. Het licht is gedempt. Er zijn microben die ijzer en plastic eten. Veel van ons eigen voedsel is van fermentatieprocessen afhankelijk. Gist en zo.

Dan ga ik nog even naar Artis. Het is er vreselijk nat en mooi donkergroen. Natte paden. Nat blad. De meeste beesten zitten binnen. Ik zie door dicht gebladerte een grote zwarte Toekan, snavel geel, oranje-blauwe borst aan een struik eten, vlak bij het gaas, vóór in de kooi. Als het beest merkt dat ik kijk, vliegt het onmiddellijk terug naar een dikke tak achterin. In het kleine dierenhuis zit een van de miniotters op een dikke tak bij het water. Een asociale familie geeft hun kinderen vrij spel: Mamma, moet je zien. Een woestijn! En ze staan met hun stampende kinderpootjes midden in één van de plantenbakken. Op de valreep krijg ik bij de Twee Cheeta’s, mijn lievelingsrestaurant, een wit bier en een vegetarisch kroket. En Route 112.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index

 

 

top of page