47.

Stephan Keppel 2019 07
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

 

Vrijdag 13 maart 2020

Ik kan niet zeggen dat architectuur me bijzonder interesseert, toch voel ik me betrokken bij de braak en ombouw van Tripolis, de drie torens van Aldo van Eyck in de hoek van het Stadionplein aan de snelweg A10. Ik vermoed dat zijn werk betrekking heeft op ervaringen en observaties en ervaringen uit mijn jeugd. Daarom loop ik nu op een vrijdag naar het gebouw. Ik wil zien hoe het eruit ziet nu de verbouwing begonnen is. Het is rustig op straat. Ik kan makkelijk oversteken en wil zien of ook de snelweg stiller is.

Zo veel betekenis. Ik volg de verbouwing van Tripolis vol argwaan. Aldo van Eyck staat voor de omgeving, zoals Ulay en Abramovic voor de agressie en intensiteit van de relaties van volwassenen staan. Echtscheiding en strijd. Ruzies tussen man en vrouw. De pedanterieën en ijdelheden. Het zelfgenoegzame en het onbeholpene. Het egocentrisme. De overgave aan de roes die met de realiteit werd verward. De noodzaak van een eigen territorium. Veel geweld, geen zekerheden, veel angst. De humanistische architectuur van Aldo van Eyck is rust. De ombouw van het Moeder/Hubertushuis aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Werd op de kleuren gewezen door een man met een flemende stem. Suggestief en indringend. Alleen de naam al: Moederhuis.

Dat het statige huis en het grijze beton verbonden zijn, de lichte, grijze bouwblokken en de regenboogkleuren een ontwikkeling tonen, weet ik dan nog niet. In de tuin van Museum Kröller-Müller sta ik in het paviljoen. Waarom vergeet je zo licht wat al gezien is en zoveel indruk heeft gemaakt?  Ik denk aan het werk van Hans Demeulenaere bij P/////AKT: Aldo van Eyck/Sonsbeek Paviljoen/1965-1966/Kröller-Müller – A Small section of a Larger Structure Considered as a Unit (2015). Als ik begin dit jaar de expositie van Bas van den Hurk in het Luceberthuis in Bergen bezoek bekijk ik de keuken gemaakt door Jan Rietveld. (Dikke Jan, de zoon van) Ik herken de witte kunststof, de grijze steen en het hout. Het was eenvoudiger en goedkoper bij ons thuis, zelfgemaakt.

Ik nader via de achterkant bij de sporthallen. Het is er niet lelijker of mooier dan aan voorkant bij de weg. Auto’s komen uit de garage die onder de gebouwen ligt, een ontluisterend beeld. De samenhang van de drie torens is in de werkzaamheden volledig verloren gegaan. Ik neem mijn camera. De torens in takt. Ontkleedt. In het NIKON-gebouw  wordt volop gewerkt. Ik vraag aan de baliemedewerkster of ik naar binnen mag. Dat mag. Ze praat met de man van de pakjes. Hij drentelt wat. Het advies om thuis te werken is afgekondigd. Ze kijken landerig om zich heen. Het is groot, groter dan wij. Het interieur waar ik nieuwsgierig naar was is niet bijzonder: een lift in het midden een draaiende trap in een hoog en licht centraal trappenhuis. Als ik het goed begrepen heb konden bedrijven de inrichting zelf bepalen. Het toont zich een gezellig zooitje, een hoopje menselijkheid.

Het geluid van de snelweg klinkt nog steeds hard als ik over een smal pad langs de verbouwingen naar de voorkant loop, naar het Stadionplein. Waarschijnlijk veel vocht in de lucht. Het is zoals de boeren zeggen horig. Het geluid draagt ver , verliest niets aan kracht.

Dan loop ik langs de lage gebouwen van het voormalige Burger Weeshuis. Was nog nooit zo dicht bij en maak een foto van de prachtige muren, de afgewerkte baksteen, het beton. Op internet zie ik hoe prachtig de entree is. Het schrijnt dat er nu een projectontwikkelaar en investment bank in het solidaire gebouw gevestigd is.

De omgeving van Tripolis is kaal. Zo zonder bomen en groen is het ook mooier dan ooit. De kleuren blijven terwijl alles binnen en buiten gestript wordt. De omgeving de gebruikelijk woestijnachtige leegte. Grind en zand en metaalplaten voor de shovels en kranen die nodig zijn; voor de vrachtwagens die het puin afvoeren en de bouwmaterialen leveren. De ingangen van het gebouw zijn open. Ik zie een batterij gasflessen staan. De snelweg is heel dichtbij. Onder het viaduct een bushalte en een ingang naar de metro. Achter de geparkeerde fietsen loopt een metalen trap het talud omhoog. Tot mijn verbazing is zij bereikbaar en ik loop naar boven om te zien of dit een mooier beeld op levert dan wanneer ik beneden bij de hekken sta.

Als ik straks terug naar huis ga via het Beatrixpark en de Ruysdaelkade concludeer ik dat het oversteken comfortabel is omdat er veel minder auto’s zijn.  Hebben de dames nog wel voldoende werk, denk ik als ik langs hun ramen loop? En Route 48.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page