85.

Marc Nagtzaam 27

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

woensdag 13 mei 2020

Het heeft geregend. Een flinke bui. De straten zijn nat en er staan plassen. De bloemetjes van de stinkende gouwe zijn nu bijna verdwenen, enkele slappe resten liggen nog boven op het blad met de ronde lobben. De kamperfoelie daarentegen heeft al fijne roze bloemen. Het blad is nog niet uitgevouwen, maar dat zal niet lang meer duren. Een klein beetje zon en ze staan erbij als de prachtige rozen die ik hier en daar al heb gezien. Gevoelige grote witte rozen, rode rozen, roze.

Ik loop langs het huis met achter de houten schotten die enorme chaotische kuil. Ik kijk met een schuin oog naar binnen. Het is er zo’n meter of drie, vier diep. Mannen in vieze overals staan tegen de wand gedrukt en kijken naar beneden: zwarte grond en water. Metalen stellages, buizen. Houten noodtrappen en slangen. Buiten staan twee autobussen van REUS funderingswerkzaamheden, een hele lange op de stoep aan de overkant, een kortere op de parkeerplaats voor de deur. Nog steeds afgezet met rasterwerk.

De seringenboompjes staan nog steeds in de stijgers. Het hele huis erachter bedekt met witte doeken. Op de speelplaats ervoor wordt gewerkt. Er staat een vrachtwagen op de stoep met een open laadbak vol zakken cement. Eén man haalt ze eraf en gooit ze omhoog. Een tweede man vangt ze op. Ik denk dat het voor de stoep is, rond het nieuwe speelding dat er staat. Een sfeer van aluminium buizen die kan draaien op één punt. Het toestel stond er al dagen. De ruimte eromheen was afgezet met lichte, verplaatsbare hekken.

Nog steeds wordt overal gebouwd en geschilderd. Iets minder in het eerste stuk straat waar de kleine Turkse man woont die in schroot en oud ijzer doet. Er wordt nog gewerkt in de smalle spleet, waar de kerstboompjes liggen en zo nu en dan een zwerver in verdwijnt. Voor het overige lijkt alles klaar. In het tweede stuk straat zijn ze begonnen. Ik tel nu vier of vijf hele panden die in de steigers zijn gezet. Het kraakpand op de hoek wordt geschilderd, waarschijnlijk om de bewoners te pesten. Ook het pand waar ooit de kruidenier zat wordt nu opgeknapt. Er hangt een wit en een roze doek. Ze hebben er schattige poorten in gemaakt.

De lucht is effen grijs. Wat lichter bij de dakrand en de bomen zwaaien zacht. Wat kan regen toch mooi en rustgevend zijn.

Bij het wakker worden een gesprek met J. over ‘gewassen beton’. Ik kende het begrip maar wist niet wat het betekende. Je wast een deel van het beton weg nadat een onderdeel gegoten is en ziet het grind dat ter versteviging dient. Ik vind het een mooi materiaal en de waarde ervan wordt onderschat. Ik zoek naar iets meer informatie op internet:

“In Nederland worden zowel de termen uitgeborsteld beton als uitgewassen beton gebruikt, waarbij de benaming uitgeborsteld beton de laatste jaren aan populariteit weet te winnen. In België wordt uitsluitend over uitgewassen beton gesproken.
Tussen beide terminologieën zit echter geen verschil in technische uitvoering in het werk. In bijna alle gevallen wordt het betonoppervlak eerst bevochtigd waarna de oppervlaktemortel door borstelen met water wordt verwijderd en nadien nagespoeld met water.
Theoretisch kan het oppervlak ook droog geborsteld worden, maar dit geeft geen mooi kwaliteitsbeeld. Ook ontstaat er veel stofontwikkeling tijdens de uitvoering.” En Route 86.

Bron: Robuco
BetonInfra Nieuwsbrief juli 2016

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page