60.

nagtzaam-6

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

 

Maandag 30 maart 2020
Parken

Vondelpark
Als ik opsta is het helder, maar als ik op de fiets stap hebben de wolken de hemel bedekt. De heuvel met het beeld van de naamgever van het park, Nederlandland zijn vaderland, Amsterdam de moederstad, is prachtig groen. Waarschijnlijk bolgewassen die nog niet bloeien. Ook het gras eromheen heeft een groene zweem, wat lichter. Het moet zich herstellen van het vele vocht en het kost het gras moeite om over de kunststoffen netten heen te komen.

Veel wandelaars. Veel honden. De bloeiende bomen hebben blad en worden gevold door bloeiende struiken die onder de bomen op schaduwrijke plekken staan. Het gras op het veld van de honden is kaal. De achterkant van de grote speelplaats aan het pierebad is leeg. Soms geeft een familie sportles. De stoeltjes van het Melkhuis opgestapeld, de plaats waar de wagens van de tuinmannen staan is open. Langs het water grote plukken gele dotterbloemen, soms nog wat speenkruid op de grond. Helemaal achteraan het park een bouwplaats. Een gebouw met puntdak in de steigers. Betonmolens, vrachtwagens, reclame materiaal. En ook de negentiende-eeuwse huizen daarachter in de steigers.

Schinkelbrug
De poort uit waarna drie plantsoenen elkaar opvolgen. Het plantsoen van het Jacob Marisplein vlak voor de brug, en twee plantsoenen en een kinderspeelplaats langs de Theofiel de Bockstraat. Eén plantsoen met een zestal donkere buxus-struiken / naaldbomen, gesnoeid in een vreemde ronde vorm, waardoor het plompe puddingen lijken.  In vreemd contrast met een vierkante koe. Dan een plantsoen langs het water met gras en bomen. Dan de kinderspeelsplaats met houten toestellen en vangnetten van ruwe touwen. Met al die bomen bijna mediteraan, een overgang naar het Rembrandtpark.

Rembrandtpark
Het is Rembrandtpark maar een kleine stukje. Het kruist de route die ik rijdt. Loopt evenwijdig aan de vormen van de stad. Een nog wat bredere en groter boog rond het uitgebreide centrum. Door de rode fietspaden, ook een fietssnelweg op de dagen dat de mensen naar hun werk gaan. Ik vervolg mijn route in de parallel aan de nieuwbouw waarvan de voorkant naar de drukke Lelylaan kijkt en neem het viaduct onder de snelweg door.

Taluds langs de snelweg
Het groen van de plantsoenen loopt door in het groen langs de snelwegen en het spoor. Eerste aan beide zijden de snelweg taluds. Aan de kant van het groen de lage villa’s tegenover een ruige bomenrand, aan de andere kant louter struikgewas. Het gaat via de stenen onder het donkere brede viaduct over in de terreinen van de bedrijven. Links nog een mooie wilde lijn. Rechts alles geschoren en gepoetst.

Taluds langs het spoor
Tussen snelweg en spoor het grote niets waaraan vlijtig wordt gebouwd. Bij het spoor aan de ene kant Lelylaan, aangestampt, parkeerplaatsen, met stenen tegen aanvallen met vrachtwagens en andere pestkoppen, Bully-auto’s. Aan de linkerkant een talud met struiken. Het tweede talud met een hoge bomenrij stijf en romantisch.

Dan tamelijk kaal gebied. Ze noemen het tuinsteden, maar er is alleen gras, en wat bomen die veel te dicht op de huizen zijn geplant. De velden geschoren, wat oud is vernietigd en afgebroken – zoals het aardige gebouw met de binnen pilaren naast de zwarte glanzende schoolgebouw met de reformatorische naam.  Bij de Johan Jonkindstraat staan de flats op hoge poten in het water. Dan een rij kleine huisjes met hun tuintjes aan de rand van de straat afgezet met goedkope houten schotten.

Piet Wierdijk Park – Natuurtuin
Volgt de natuurtuin Piet Wierdijk aan het water. Weer kruist de weg een fietspad.  Het is maar een klein stukje grond. De Bomen staan aan het water. De knolgewassen, stinzeplanten, sneeuwklokken allerlei soorten, wilde narcissen, daslook. In de winter kaal. In de zomer een kleine oase. Aan de andere kant van de weg vooral gras.

Sloterplas
Vervolgens de Sloterplas. Je ziet de fontein die meegaat met de wind. Ook hier een uitloop van bomen. Een huisje van Herman Makkink, wat speeltoestellen. Om de plas heen terug. Langs de duurdere parkflats. Als je het park in rijdt, zie je voor je een heuvel met bovenop brons. Iets met honden. Toch fijn dat er kunstenaars zijn die aanvoelen wat onschuldig genoeg is, zodat mensen het willen. Nog net geen Nijntje. Dichtbij de dennen en de broedende reigers. Daslook aan hun voeten.

Van bovenaf snel de weg naar beneden. Langs het zwembad in de richting van de kleine haven waar zomers kinderen in mini zeilbootjes hun gevoel voor evenwicht en links en rechts aan het oefenen zijn. Daar is naast een rechte pier met hoge populieren ook een strandje. De nieuwbouw is af. Het groen hersteld. En de rechte rijen bomen trekken vreemde lijnen en patronen als je er langs fiets. De rotonde over, onder het spoor door.

Spoorwegpark Noord.
Het talud ziet er kaal en onherbergzaam uit. Ze werken er al enkele maanden. Er is een plateau in het verlengde van de weg aangelegd dat over het water gaat. Wanneer je de leegte ziet kan je vermoeden dat het park niet dieper is dan een centimeter of twintig.

Rembrandtpark
Dan rechtdoor langs het Rembrandtpark en er nog net een klein stukje overheen. Ook hier is gewerkt aan de fietspaden. Dan volgt de stad. Voor de volledigheid ook hier nog wat groen. Dat van de Admiralenkade. De wilde tuin bij Slatuinen en wat verderop van het Bilderdijkpark, maar daar kom ik net niet meer langs. En Route 61.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page