Ákos Birkás, Beschädigtes Bild – Ostkunst (Damaged Work -Eastart ), oil on canvas, 2015, 80×100 cm
courtesy: Knoll Galerie Wien Budapest
Es ist Eis in ihrem Lachen
Midzomer. We zijn op vakantie in Drente. Straks komen Brammert en Eldert onder hun grote prehistorische stenen vandaan om te paren met blinde albino pinguïns. Tekeli-li! Tekeli-li! Het waait hard. De lucht is schoon. De bomenrand maakt een vreselijk kabaal. Gisteren zag Jan twee roodborsten vechten op het gras, op leven en dood: “alsof hij die ander z’n hersens uit wou pikken…” Vandaag heerst vrede.
Vooral veel gelezen. Eerst een klein stukje Nietzsche in de trein hiernaar toe. Ik moet lachen bij iedere laatste zin van de kleine hoofdstukjes van Zarathustra’s Voorrede. N. besluit steeds met een motto..
2. (…): „Sollte es denn möglich sein! Dieser alte Heilige hatte in seinem Walde noch nichts davon gehört, daß Gott tot ist!“
3. (…): „Wir hören nun genug von dem Seiltänzer; nur laßt uns ihm auch sehen.
4. Seht ich bin ein Verkünder des Blitzes, und ein schwerer Tropfen aus der Wolke; dieser Blitz aber heißt Übermensch –
En dan, we hebben een week lang geen nieuws gehoord, gezien of gelezen, ben ik weer bij de pinguïns van Lovecraft terug:
5. Es ist Eis in ihrem Lachen.
Natuurlijk is het bizar om te herhalen wat je gelezen hebt, die vreemde mix van woorden en zinnen die ik (half) onthouden heb. Collage? Wijt het maar aan de ‘Bekentenissen’ van Jean-Jacques Rousseau die ik grotendeels uitlees. Het boek maakt indruk.
*Nietzsche is nieuw voor mij. Voor het eerst begrijp ik het een beetje en beleef ik plezier aan een boek dat ik al jaren in de kast heb.
* Lovecraft is een cadeau aan mezelf. Ik kocht de mooie kleine Pelican uitgave omdat Ákos Birkás overleden is. Soms werkt dat een cadeau kopen om een droevig moment te markeren. Ik hoor zijn lach en zijn stem, weinig vrienden zo moedig, weloverwogen en geestig.
*Rousseau kocht ik min of meer per ongeluk. Ik wilde graag de Rêverieën hebben, en zag de Bekentenissen in de etalage van Kok in de Oude Hooghstraat. Een mooi dik boek, en wat een kwast die Rousseau! Breedsprakig, achterdochtig en ijdel. Maar wel fascinerend, soms prachtig en belangrijk. Ik beleef op dit moment veel plezier aan zulke boeken. Ze geven een inzicht in de praktijk van een denker of schrijver, maken je deelgenoot van persoonlijke overwegingen, ordeningsproblemen, bronfantasieën en -ideeën. Nu is ook duidelijk waarom zoveel Franse schrijvers naar Rousseau verwijzen. Zijn Bekentenissen lijken toch een eerste prille poging tot een monologue interieur, een belangrijke uitvinding van de moderne literatuur.
Maar behalve gelezen heb ik in Drente ook veel gefietst. Heb de boeren omgeving bekeken met een overvloed aan eikenlanen. Bezocht met gevaar voor eigen leven veen en heide van De Hoge Stoep, en besluit dat ik dan maar naar Westerbork zal gaan. Tot mijn grote verbazing ligt het voormalige kamp Westerbork – zo staat het op de bordjes – niet aan de rand van het dorp. Het terrein waarop inmiddels negen enorme radiotelescopen staan is tien kilometer fietsen verderop.