48.

Stephan Keppel 2020 08
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

 

Zaterdag 14 maart 2020

De nachtgeluiden: Sirenes van politie, brandweer en ambulances. Een raam gaat open. Meisjes die feestvieren, schrille geluiden, hoge stemmen die maar niet omlaag of uit gaan. Katten met krijsende kinderstemmen. Soms regen. Het ruisen van bomen. Dan een auto met de radio aan. Bom. Bom. Bom. Bombommetje. Bom.  Overdag schiet een kleine vleermuis langs het raam.

En Route. Onderweg. In beweging. Buiten. Steeds opnieuw dezelfde stedelijke routes beschrijven biedt houvast. Het groen, het verkeer.

Twee meisjes lopen over straat. Ze zijn jong. Een jaar of negen, denk ik. De ene heeft lange blonde haren. De ander een schrander. Ze heeft een lief gezicht. Ze vertellen elkaar verhalen, zoeken rustige straten op en praten over hoe je anderen pijn kunt doen. Met watjes met bijtende stoffen bijvoorbeeld, die je tegen hun huid houdt en in openingen stopt. Je houdt ze vast en verdooft ze, zodat ze niet meer bewegen kunnen. Dan kan je ze heel gewoon pijn doen. Ze vraagt zich af wat ze erger zou vinden pijn, of dat er iets stuk gaat. Dat laatste waarschijnlijk. Pijn is maar pijn. Vooral erg als een ander het heeft. Een schreeuwend of huilend zusje, een huilende vriendin. Dat iets stuk gaat, dat is pas erg. Dat je verminkt bent, of zo. Iets dat nooit meer goed komt.

Twee meisjes lopen over straat. Hun huis heeft dezelfde plattegrond. Met een keuken en een slaapkamer aan de kant van de voordeur en een huiskamer en twee kleinere kamers aan de kant waar je naar buiten kijkt. Vóór en áchter een balkon. De gezinssamenstelling verschilt. Één meisje heeft een moeder en een broer, twee landschildpadden en een konijn. Die schildpadden zijn zielig. Een eerder baasje heeft het schild beschilderd met witte en rode verf. Dan ademt het niet meer, een schild is als een huid. – Vind ze daarom het goud geschilderde gebouw tussen de Bilderdijkstraat en de Constantijn Huygensstraat zo lelijk? Het verstikt? – Er zit ook een gat in z’n schild. Hij zat aan een touwtje in de tuin.

Het andere meisje heeft ook een zus. Zij zijn met z’n vieren thuis. Het is er intiem en gehorig. Muren van beton en muren van gips. Spijkers, zo lang dat ze er aan de ene kant in en aan de andere kant weer uit komen. Ze moet een beetje lachen. Ze zouden er aan twee kanten iets aan op kunnen hangen. De spijker is een wip. Gaten in de muren. Gaten in de deur. De Cavia poept achter de bank. De moeder vind het leuk als het diertje opspringt en draait als je aan het achterwerk zit.

De ene vader komt terug. De andere vader niet.
Het ene meisje is lief en gemeen. Het andere is dom en gemeen.
De meisjes wandelen buiten.

Gisteren Playstore geïnstalleerd. Een parallelle wereld. Is er een relatie tussen de wandelingen buiten en de wandelingen op internet, tussen wat er gelezen en wat er op webpagina’s wordt geschreven? Is er een relatie tussen de handelingen die we iedere dag verrichten en de wandelingen die we maken? Tussen het netwerk in een hoofd en het netwerk ergens buitenom, dat van al die computers en servers, data en databanken? Is er een eeuwig heden? Of zal het altijd ongemerkt met vele verschillende, bekende en onbekende verledens en toekomsten in verbinding staan?

En Route. Handel in het bewustzijn dat alles wat je doet in de statistieken staat. En Route 49.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page