Marc Nagtzaam, Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing
Donderdag 15 oktober
Wandelend door het Vondelpark. Heen langs de schuine bomenlaan met het camouflage-patroon van een gemiddelde bruine legerbroek. De herfst gaat langzaam voort. Geen regen meer, maar lichte wolken. Soms hele plekken blauw. Het ruikt heel lekker, naar paddenstoel, toch is de grote plas bij de werf voor de parkverzorgers is verdwenen.
Herfst. De meeste bomen zijn nog groen, maar het geel neemt iedere dag een beetje toe. Hier en daar een rode top. Soms een boom helemaal geel, heel licht, geen enkel blad uitgesloten. Dan weer heel veel groen. Blad op de grond, vaak met de mooie vorm van een esdoornblad, lobben met fijne uitlopers, mooie gotische punten.
Het water is helemaal zwart. Er drijven bladeren op. Hier en daar komen de kleine eilanden weer tevoorschijn. Het groot hoefblad is verdwenen. De wilgen zijn zilvergrijs. De klimop aan de stam van de hoge populieren is steeds beter te zien. Straks is die dikke, plompe stronkbegroeiing, het enige groen dat er nog is.
Er wordt veel gefietst en gejogd. Ik ben wel blij dat het geen zomer is. Toch iets minder druk. En de heuvel onder het beeld van Vondel, dat met die vreemde tekst, is nog steeds een prachtige border, vol paarse, witte en gele bloemen. Bij de achteruitgang van het park aan de Amstelveenseweg staat nog steeds een trosje lila asters aan de voet van een boom. Bij de Amsterdamse school pilaren en het ijzeren hek staan veel mensen. Er wordt koffie gedronken. Ze steken er over naar de brug over de Schinkel.
Terug neem ik het wandelpad dat achter de tennisvelden doorloopt. Dat is het grote voordeel van een wandeling. Niet alleen kan je veel meer zien, je kunt ook paden nemen en trapjes en tussendoortjes enzovoorts die rustiger zijn. Ik kijk naar de kaler wordende stammen met plakken lichtgroene korstmos, rond, iets donkerder bij de rand, en prachtige lichte plukken van het gewone groene spul.
Het is fijn om te zien hoe het gaat met het groen. Van de hoge exotische berenklauw is nog maar weinig over. Hier en daar is een dikke, holle steel blijven staan. Ook het groot hoefblad is verdwenen. De bomen zijn tamelijk kaal. Ik weet niet of de parkdienst de planten vernietigd heeft, of dat het gewoon de tijd is om weg te kwijnen. Aan de kant van het wandelpad staan droge wilgenroosjes en kwamen voor de berenklauw brandnetelvelden in de plaats.
Windstil is het nu. Je hoort de vogels. Eenden trekken een spoor door het water als ze opstijgen. Eksters zoeken naar patat, verrotte vruchten en vlees. De kleine groene papegaaien vliegen elkaar al schreeuwend achterna. Zoeken een boom op, waar ze met z’n allen op de stam blijven plakken. Enkele toeristen blijven staan om een foto te maken. De fiets dwars op de weg, zorgen ze voor een kleine file die vervolgens snel weer oplost. Ik loop met plezier naar huis, langs het gouden pand en de tuin van het Wilhelminagasthuisterrein. Wereldwijd was het dit jaar de warmste september ooit werd vandaag bekend gemaakt. En Route 125.