118.

Marc Nagtzaam 31.3

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

 

Zondag, 4 oktober 2020

Nadat ik de eerste gele bomen zag, zet de herfst verder door. Muntgrote, gele acaciabladeren in de hoeken van de goot. Hier en daar het blad met de zaagrand en de slome punt van de vele iepen langs de kades en de weg. Het is donker en de esdoorn voor mijn raam heeft veel neusvleugelvruchten. Dit woord is letterlijk bedoelt. Ik plakte de vruchten als kind op mijn neus waardoor het leek alsof je kleine vleugels droeg. De berk die boven de esdoorn uitsteekt is droog en geel.

Gisteren een hele dag op internet doorgebracht, mijn website geupdate, twee facebookberichten gemaakt. Het is altijd wonderlijk hoe ik lange tijd, week na week, maand na maand, internet, mijn website, de sociale media negeren kan. Het bestaat niet en als ik eraan denk druk ik die gedachte snel en behendig naar de achtergrond. En dan plotseling kan ik me weer op internet begeven. Mijn website bekijken en denken: goh, toch een hoop gedaan. Het is fijn dat de En Route serie weer verdergaat. Dat betekend namelijk ook dat ik de afronding van het project nader. Ik denk dat ik bij 150 items stop. (Er zijn nu zo’n 125 items geschreven.) Ook voor Wenden vond ik een oplossing.

De stukken die mijn wandelingen langs de snelweg beschrijven, moeten niet op mijn website staan. Ik werk er nog aan en als ik de stukken publiceer moet hun verleden ‘schoon’ zijn. Daarom verwijderde ik de paar teksten die er al stonden – mijn wandelingen begonnen op 26 april en eindigde op 29 juni – en plaatste er een prachtig rotorelief van Duchamp(1935) voor in de plaats.

De afbeelding is volledig geschikt voor mijn doel. Scherpe foto. Mooie tekst. Het betekent wel dat ik bij Boymans moet vragen of ik de foto mag gebruiken, maar ik zie dat als een voordeel, een manier om de wereld in te gaan met mijn teksten en het project.

Duchamp is belangrijk. Mijn onderzoek stokte immers na lezing van enkele teksten over Duchamp. Teksten die ik ter hand nam omdat de spiraal centraal zou kunnen staan in mijn project. Ik realiseerde me trouwens niet dat Duchamps spiraal, geen spiraal is, maar een serie niet helemaal concentrische cirkels. Dat niet volledig concentrisch zijn veroorzaakt als de schijven draaien een spiraaleffect naar binnen en naar buiten (Katrina Martin), maar ook zoiets als een 3D-effect. Het Duchamp-onderzoekje was de aanleiding om Bert Jansens promotieonderzoek op te halen en ik zal nakijken of hij nog iets aardigs over de spiraal te vertellen heeft. Bas van den Hurk wees me op een stuk tekst in Sloterdijks ‘Sferen’, waar het idee van de sferen met Duchamp verbonden wordt. Ik zoek op internet maar vind niks. Misschien nog eens navragen.

Spiralen. Ik begin bij het concrete om een abstracte vorm te vinden, te ontwikkelen, te maken. Die vorm is een spiraal. Een reeks concentrische cirkels denk je dan, zoals de hel van Dante (door LeGoff als een conservatief denker gezien!), of een helix (Schroefdraad) zoals de toren van Babel afgebeeld door Jeroen Bosch, geen ziggoerat, maar een ronde toren met een spiraalvormige pad aan de buitenzijde naar boven (zoals de weg naar de hel naar beneden loopt, waardoor zij lijkt op de mijnen in Nieuw Guinea, de grasbergmijn waar kopen en goud gedolven worden, et cetera).

Een spiraal zoals door Jarry bedacht, Op het door hem getekende hemd van Ubu staat een spiraal midden op zijn gulzige, dikke buik. Prik doe je dan, in het centrum, midden in die buik, die navel. (Toren van Tatlin) – een dubbele helix. “In 1920 kreeg Tatlin van het Volkscommissariaat voor Onderwijs de opdracht een toren te maken ter ere van de Derde Communistische Internationale. Het ontwerp voorzag in een toren van 330 meter hoog. De ruimte op de begane grond moest huisvesting bieden aan de internationale communistische partij. De wetgevende macht kreeg op het tweede niveau een plaats en de uitvoerende macht op de derde. Het communicatiebureau vormde de top van de toren. De spiraal zelf zou eens per jaar roteren. De ruimten binnen de spiralen zouden eens per jaar, per week of per maand om de as draaien.”

En Duchamp laat samen met Man Ray zien hoe de spiraal optisch kan werken. Concentrische cirkels die ‘naar boven’ lijken te groeien, en torens van Babel, torens van Fabel worden, met vreemde teksten kop aan staart. Anémic-Cinéma. Gelukkig vond ik een artikeltje waarin enkele bon mots van Du-Man-Champ-Ray vertaald worden. (Studio International, Katrina Martin).

Spiralen. Mijn tekst is geen woordspel in deze zin. Omdat het mijn eerste langere verhaal is, wil ik echt niet meer dan vanuit de concrete beschrijving van mijn wandelingen, een zekere abstractie bereiken. Het eerste hoofdstuk van Lévi-Strauss, De Wetenschap van het Concrete, waarin hij het denken van de wetenschapper, met dat van de kunstenaar en de, laten we hier de terminologie van Philipe Descola maar gebruikten, de niet-naturalistische denker vergelijkt. [1] Van het concrete naar het abstracte als vorm. Pas nu ik mezelf bevrijd heb van het verhalende, van het kop-en-staartige, van een lineair filmische beschrijving, van het televisie-avontuurlijke, van het gangbare oorzaak-en-gevolgachtige, kan ik schrijven. De opsomming en beschrijving van het concrete worden vanzelf persoonlijk, emotioneel en bizar. Ik hoef het bizarre niet te zoeken. Ik hoef niet naar spanning te streven, naar schoonheid, naar bellettrie. Ik hoef geen personage te creëren waarin de ander zich herkent of aan spiegelt. Gewoon schrijven, opsommen, ritmisch, langzaam, snel, sneller, achter elkaar, meer en meer, meer niet. En Route 119.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index

 

[1] Descola is een leerling van Strauss die voort denkt op diens scheiding tussen cultuur en natuur. In ‘Beyond Nature and Culture’, zijn Magnum Opus, laat hij zien dat je zo, op grond van hun verhouding met de natuur, een indeling van groepen mensen kunt maken. Alle groepen die hij onderscheidt zien zichzelf op verschillende manieren als onderdeel van de natuur. Alleen de naturalistische groep, de onze, doet dat niet. Nog niet!

top of page