Ik neem de uitnodiging van Heringa / Van Kalsbeek ter hand, komende maand in het Bosse Stedelijk. Ik vind de foto van de vervallen praalwagen prachtig en ik verheug me erop om meer te zien. Volgende week opent ook On The Move in het Stedelijk Museum, de tentoonstelling van de Gemeente aankopen. Heb daar eigenlijk geen beeld bij en zal me laten verassen. Ben benieuwd.
Jannemarein Renout Goof Kloosterman
Gisteren verder op de valreep bij de prijsuitreiking geweest van de eindexamenshow van 2014 in galerie Ron Mandos in Amsterdam. Het is een leuke traditie om midden in de zomer, de saaiste tijd in Amsterdam wat jonge beeldende kunst betreft, een tentoonstelling te maken met werk van eindexamenstudenten. Zo veel leuker dan een accrochage. Radek Waanja treedt op als curator en er is altijd wel iets aardigs te zien op zo’n tentoonstelling, al moet je er met zoveel nieuw en jong werk wel wat moeite voor doen: Dus ren ik door de volle galerie. De projectie van een gloeilamp, boven op de tweede etage, vlak bij de balustrade van de kromme hoge trap met enkele postmoderne rondingen, valt me als eerste op. Ik hou van helder en van zichtbare techniek, en kijk naar de projector op z’n hoge metalen pootjes. Het is werk van Goof Kloosterman van de HKU.
Eigenlijk bevalt ook het werk van Janina Frye erg goed. Hier raakt de performance aan installatiekunst; Alledaagse gebruiksvoorwerpen worden door ermee te bewegen en over beweging na te denken iets anders en iets nieuws. Er staat een lage stoel met een enorme gele cirkel als zitting. Het is een fotogeniek ding. En misschien is het werk nét even iets te eenvoudig – leven van alledag, je weet wel. Maar, ik heb de video niet kunnen zien, en als ik op internet na ga welke opleiding ze deed, zie ik dat ze al enkele prijzen kreeg. Ze won de JBZ Award, een prijs van de academie die ze deed, de St. Joost in Den Bosch en werd evenals Kloosterman genomineerd voor de Tent-Academy Award . Zo krijgt ze vanzelfsprekend net iets meer dan het voordeel van de twijfel.
Na Frye gaat ik even aan de praat. Pauze en het onderwerp verschuift: Ondanks het prijzencircus, is het vooral belangrijk dat kunstenaars na hun opleiding een aantal jaren doorwerken. Alleen dan kan je een goed onderscheid maken. Er zijn inderdaad soms uitzonderingen: Ieder schooljaar heeft altijd wel iemand die heel jong is, rijp werk gemaakt. Maar meestal moeten kunstenaars op langere termijn en in de praktijk laten zien dat zij de kracht en de noodzaak ervaren om door te gaan. Een netwerk bouwen. Een oeuvre te ontwikkelen. In die voortgang steekt volgens mij de grote kracht van goede kunstenaars, en niet zomaar in dat ene unieke werk.
De nadruk op prijzen en snelle successen lijkt toegenomen. Toch ben ik het niet met Frank Koolen eens. Frank die les geeft op de HKU en die ik bij toeval voor de tweede keer in een week tegenkom, mag de drie Ron Mandos-prijzen uitreiken: 1 prijs voor de beste fotograaf – de kunstenaar mag mee naar de door Van Den Ende gesponsorde fotobeurs Unseen: 2 prijs van het publiek: 3 de prijs van de beste kunstenaar van de tentoonstelling, die door Mandos verder zal worden begeleidt.
Koolen houdt een sympathieke toespraak. Aan de hand van een onderzoekje dat hij onder zijn studenten deed, laat hij zien hoe moeilijk de start voor jonge kunstenaars is. De meeste zijn bang het niet te halen, en denken, zoals de generatie voor hen, dat degenen die tien jaar geleden begonnen het makkelijker hadden. Om deze jonge kunstenaars een hart onder de riem te steken, zouden we eigenlijk eerlijker moeten zijn, zegt Koolen, en laten zien wanneer we mislukken. En hij probeert Ron Mandos te verleiden om over een mislukking te spreken – een poging die mislukt. En spreekt dan over eigen tegenslagen, nog nooit een prijs gehad, veel genomineerd geweest. En a la, toch spreekstalmeester van het onderhavige spektakel.
Tja, de kunstwereld (wat dan ook is) benadrukt vooral de successen. Maar ik denk niet dat dit uitsluitend gebeurt uit hypocrisie. Je schrijft en spreek niet vaak over mislukkingen omdat ze wel plaatsvinden, maar niet bij horen. Ze zijn er wel, er mislukt zoveel, maar kunstenaars die de moeite waard zijn gaan desondanks door. Dat doorgaan is vanzelfsprekend, is onderdeel van de langere termijn en het praktijktraject waar ik zojuist aan refereerde. Want, ook al is die houding geen criterium voor goed werk, noch een indicatie voor succes, het is wel een belangrijke aanwijzing dat iemand zijn werk serieus neemt, en bezig is.
Radek Waanja curator van de tentoonstelling
Op de achtergrond werk van Bernard van Dongen
En dan krijgt Rik van Santen de fotoprijs. Of het werk goed is weet ik niet. Lisa Marie Vlietstra krijgt de publieksprijs met een video die ik in de haast helaas niet heb gezien. Goof Kloosterman wint de hoofdprijs.
Is daar alles mee gezegd? Samen met een verzamelaar sta ik lang voor het werk van Oreo Jung Min Cho, die zwart wit portretten van jongens en meisjes pubers afdrukte op dun, niet opgespannen linnen. Het is een erg mooi werk. En hoewel ik meestal spaarzaam ben met opmerkingen over fotografie, denk ik toch dat het goede foto’s zijn. En het werk van Jannemarein Renout die wat ouder is dan de rest en van de Rietveld Academie komt fascineert me ook.
En nét als het gesprek in de richting van Remco Torenbosch gaat – overschat of niet? – komt Lia binnen, een goede vriendin die ik al een tijd niet heb gezien. We gaan naar buiten, naar de kroeg en drinken wat. We praten over leven en dood. Fijn om haar weer eens te zien.
The Best of Graduates 2014│1.8 – 23.8.14 │Galerie Ron Mandos Amsterdam