Art Rotterdam in de van Nellefabriek

Gisteravond naar de opening van Art Rotterdam geweest. Dat was leuk en bijzonder levendig. Iedereen sprak over het prachtige gebouw, maar daar zag je eigenlijk niets van, behalve een glanzend verlichte façade in het donker.  Binnen was het vol.

Het is lang geleden dat ik een beurs zo spannend vond. Gewoon veel goed werk, zowel in de stands als in de overzichtstentoonstelling van het Mondriaan Fonds. Deze presentatie was bovendien helder en recht voor z’n raap. Gewoon alle mensen met een startstipendium. Die helderheid wordt in de catalogus bevestigt. Ik kan niet onmiddellijk zeggen wie ik het beste vond. Er is immers steeds maar één werk van een kunstenaar te zien en wanneer je de context niet kent kan je hooguit gissen of het allemaal klopt. Van de paar jonge mensen die ik ken en waar ik mee gewerkt heb, Eva Olthof, Rudolf Romero in Arhem (en tijdens Café Des Espérances), Koen Taselaar en Thijs Zweers tijdens Make a Move! de grafiekmanifestatie in de Bagagehal, weet ik dat zij vaak mooie dingen maken.

Ik heb het meest met het werk van Eva Olthof. Ze maakt eenvoudige, broze installaties en drukwerk waarin zij de omgeving onderzoekt; gebouwen, landschappen en mensen in een bijzondere sociaal historische context plaatst. Een beetje geheimzinnig. Subtiel werk waarin zij persoonlijke beleving van haarzelf én anderen verbeeldt. Ander werk dat ik zo in het voorbijgaan bijzonder vond, was dan van Alicja Bielawska  een subtiele sculptuur van een met zachte witte stof bespannen rek met fijne gekleurde borduursels. Ook bijzonder, het werk van Ruta Butkute en Dieke Venema. Het gaat in alle drie de gevallen om sculpturen die procesmatig ontstaan. Er wordt langere tijd aan gewerkt, afhankelijk van het sturende thema en de eigenschappen van de materialen waaruit het werk ik opgebouwd. Butkute gebruikt ruw bouwmateriaal, Venema gebruiksvoorwerpen.

img091

Ik denk dat ik me bij mijn oordeel liet sturen door mijn ideeën voor een nieuwe expositie, want ook het werk in de stand en bij RAW dat mijn aandacht trok betrof de omgang met materialen en processen. Op de eerste plaats het werk van Heringa en van Kalsbeek, dat ik al langer volg. Zij werken al jaren met plastics en epoxiharsen en hebben allerlei experimenten gedaan. Hun werk is verrassend, lijkt ongecontroleerd maar gaat eigenlijk juist over volharding en passie. Verder heb ik lang gekeken naar het werk van Philip Gaiser, dat bij Conradi, een Hamburgse galerie, te zien was. Al ik tijd heb zal ik daar in toekomst uitgebreider over schrijven, ik wil eerst nog wat onderzoek doen. Ook het werk van Tinka Pitoors (in de Base-Alfa Gallery uit Antwerpen) beviel me wel. De naam en het werk passeren regelmatig, maar ik heb nog niet de tijd genomen om het beter te bekijken.

Art Rotterdam 20146.2 – 9.2.14 │Van Nellefabriek Rotterdam

 

top of page