Zaterdag 28 juni bezocht ik enkele openingen in Amsterdam. Naar twee exposities ging ik gericht, omdat ik na het lezen van de persberichten vermoedde dat het werk raakvlakken heeft met mijn eigen interesses. Dan gaat het over Sending out the Gods van George Korsmit bij Ellen de Bruijne Projects (28 juni tot 2 augustus 2014) en The other – Representations of the self van Lucas Lenglet in de Backspace van Galerie Stigter van Doesburg (28 juni -26 juli 2014). Een derde expositie bezocht ik op aanraden van andere galeriebezoekers namelijk de presentatie Le Cirque van Silvia B. bij Ron Mandos (28 juni – 26 juli 2014)
Te beginnen bij Ellen de Bruijne Projects en George Korsmit. Al op de uitnodiging was een mooie prikkelende foto te zien van een rotsformatie. Grote platte stenen, omzoomd door lage en hogere struiken en pijnbomen. Je herkent stilistisch details van een Aziatische schildering. Op de achtergrond bevindt zich een stad vol super-hoogbouw, wit, laag op laag gestapeld tientallen etages hoog en nog meer appartementen, grijs, onder een zinderende lucht: Zuid Korea, waar Korsmit recent enkele weken verbleef. Hij maakte er nieuw werk in samenwerking met enkele Zuid-Koreaanse Sjamanen. Op de foto staat dat werk op de voorgrond: een zwart-witte uit puzzelstukken samengestelde sculptuur.
De traditie waarin de Koreaanse sjamanen (meestal vrouwen) werken, ken ik niet. Dat is ook niet nodig. Korsmit laat hen de toekomst voorspellen via methodes die een wereldwijde verspreiding kennen. Er wordt met voorwerpen gedobbeld en gewicheld, en er ontstaat een situatie, tekeningen in het zand, sporen van muizenpasjes, wolkenpartijen en vogelvluchten. Vervolgens wordt de situatie ‘gelezen’ en geduid. Een vaardigheid die alleen de sjamanen bezitten, want zij bemiddelen tussen het hogere en de wereld. In zeker opzicht worden tijdens rituele handelingen dus ‘willekeurige’ situaties geschapen, die na lezing als betekenisvol en zinvol worden opgevat. En hoewel het niet hetzelfde is, zijn er veel overeenkomsten tussen deze activiteit en het maken van kunst. Dus toont Korsmit werken op papier en die als het ware bij elkaar gewicheld zijn; Zeshoekige vormen worden op de aanwijzingen van de sjamanen naast elkaar gelegd tot ronde figuren, of aan elkaar gesmeed tot kleur- en vormenrijke sculpturen.
In de blinkend witte ruimte van Ellen de Bruijne Projects bij verblindend wit tl-licht komen ze goed tot hun recht. Het werk versterkt het besef dat voor vrijwel ieder kunstwerk, bestaande situatie die een zekere willekeur bezitten, geordend worden. En zelfs schoonheid, die voor sommigen toch echt niet meer is dan een reflectie van de schoonheid van de bestaande buitenwereld, blijkt een element van willekeur te bevatten.
De tweede expositie is die van Lenglet die in het kleine achterkamertje bij Stigter en Van Doesburg. Hij analyseert en gebruikt een bijzondere vorm van fotografie.
“Ik vond het altijd erg moeilijk om de menselijke figuur af te beelden”, zegt hij.
“Zulke afbeeldingen komen in mijn werk dan ook amper voor. Op een gegeven moment ontwikkelde ik een interesse voor niet-westerse voorstellingen van mensen. Niet zozeer via de sculpturen zelf, maar vooral via boeken. Dus verzamelde ik fotomateriaal van Afrikaanse maskers en Zuid-Amerikaanse sculpturen. De zwart-wit fotografie uit de jaren dertig tot vijftig is bijzonder. Dát werd het uitgangspunt voor een serie werken waarin ik afbeeldingen van mensbeelden met elkaar vergelijk.”
Zodoende krijgt alles wat in de piepkleine ruimte achterin de galerie staat een bijzondere betekenis. Er staat een menshoge pilaar, van geel metaal. Hij staat vlak voor de opening die toegang biedt tot de kleine ruimte. Je kunt er doorheen kijken naar het raam waar je de Hazenstraat kan zien. Die pilaar herinnert aan het werk ‘Canary in a Coalmine’ die Lenglet in 2008 voor Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA) maakte. Aan de muur hangt een werk dat uit twee boeken bestaat. Het heet naar de titel van het ene boek in combinatie met de titel van het tweede boek waar het tegenaan licht: So Sahen Sie Uns (ondertitel Menschenbilder von ferner Völker) / Wie sie sich sahen. De dubbele bodems met betrekking tot identiteit en verbeelding laten zich raden.Desondanks fascineert het werk. De prints van verschillende andere boeken, één op één, zijn erg mooi. Het zijn twee werken uit een serie van 15, The other – Representations of the self (2013).
Hoewel het voor Lenglet begon met de wens om zich in mensbeelden en afbeeldingen van de mens te verdiepen, en ik deels getroffen ben door het werk omdat er bijzondere etnografische en folkloristische maskers en sculpturen zijn te zien, gaat het werk ook over fotografie. Ik herken sommige foto’s die hij gebruikt. Ze zijn iconisch geworden en herkenbaar aan de sfeer. Het zijn foto’s met nostalgische tendensen. Ze herinneren aan het optimisme van de moderne tijd dat in de jaren dertig opkwam en – toen de oorlog eenmaal over was – oversloeg op de fotografie van de jaren vijftig. Optimistisch, een beetje naïef met bittere ondertonen. Nostalgisch vanwege een historisch optimisme en het gebruik van een techniek – de analoge zwart-wit fotografie – die in het digitale tijdperk een buitenbeentje lijkt. Een uitzondering vanwege de lichtval en de hele zorgvuldige beeldopbouw. Lenglet is niet de enige die deze fotografie koestert. Ik moet ook denken aan het werk van Stefan Keppel, en wellicht, maar dan wat verderop aan het werk van Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan. Ik weet niet precies wat ik vind van het werk. Het is nogal direct. Maar het zet je ook aan het denken. Denken over het werk van Lenglet; over afbeeldingen van mensen; over fotografie. Ik schrijf er dus erg graag over.
Tenslotte Silvia B. Ik twijfel of ik over haar werk moet schrijven maar doe het toch. Ook zij toont haar sculpturen en foto’s in een achter ruimte die nu echter verduisterd is. In geel lamplicht hangen haar zwart-wit foto’s aan de muur. In een stuk of drie vitrines staan beelden. Ik herinner me één, een gevouwen zwart mannetje. De benen over de schouders. Glanzend wit oogwit, zwarte irissen kijken je tegemoet. Het is de sfeer van een freaky film, over een kermis in de Verenigde Staten anno 1920-30: een beetje SM, een beetje kroonluchter, een beetje griezelig. Voor mij misschien net iets te theatraal, maar wel intiem en eigen.
George Korsmit │ Sending out the Gods │ 28.6 -2.8.14 │ Ellen de Bruijne Projects
Lucas Lenglet │ The other – Representations of the self │28.6 -26.7.14 │ Galerie Stigter van Doesburg