Leer de stad kennen! Herinneringen aan de toekomst.
een project van Suat Öğüt, Tuinstraat 87
Ik ontmoette Suat Öğüt voor het eerste tijdens een groepstentoonstelling in PuntWG, een alternatieve kunstruimte in Amsterdam, waar de kunstenaars als zij geselecteerd zijn om een expositie te maken het volledig voor het zeggen hebben. öğüt maakte destijds samen met twee andere kunstenaars een tentoonstelling die relatie tussen stedelijke architectuur en herinnering thematiseerde. Het was een met een duidelijke politieke bijklank: Zo werd in het kader van een van de bijdragen de architectuur van het gerechtsgebouw in Duistland geanalyseerd, waar de Duitse rechts-extremistische daders van de zgn. ‘dönner-moorden’ voor de rechter kwamen. De bijdrage van Öğüt betrof een Keulse buitenwijk, waar een gebouw zou worden afgebroken dat jarenlang een belangrijke functie had gehad voor de Turkse gemeenschap, voor Öğüt de aanleiding om een monument te maken in de vorm van een replica van een stenen muur om de herinnering aan de Turkse aanwezigheid levend te houden.
Nu, bij onze tweede ontmoeting, wordt ik uitgenodigd om mee te doen aan een volgend omgevingswerk, een Menemen-mory lunch. Menemen is een klassiek Turks eiergerecht, een eenvoudig gerecht dat bijvoorbeeld graag door studenten wordt gegeten. Je eet het meestal samen en Öğüt biedt het gerecht dan ook aan, om samen te eten en te praten en de stad beter te leren kennen. Het gerecht was mijn onbekend, maar ik de naam heb gehoord zie ik het op de kaart staan bij vrijwel alle Turkse bakkers- en ontbijtzaken.
De lunchgesprekken staan niet op zichzelf. Zij maken deel uit van het omgevingsproject Menemen-mory dat gericht is op het leren kennen van de stadsgeschiedenis en stadsarchitectuur van Amsterdam. Het woord staat in blauwe neonletters op de deur van een ruimte in de Tuinstraat in Amsterdam. En als je de ruimte betreedt, blijkt zij van vloer tot plafond, helemaal met witte platen bekleed. De enige uitzondering is de loket-achtige uitsparing waarachter zich een kleine keuken bevind. Daar maakt Öğüt de eieren voor mij klaar. Ook de inrichting van de ruimte is bijzonder. Zij tekent zich kleurrijk tegen de witte wanden af. Er staan een aantal glazen sta tafels met vlak onder het tafelblad het houten silhouet van een Amsterdams gebouw, gemaakt van een zware, massieve balk. Daaronder, aan de poot van de tafel liggen kleurrijke Turkse kleden. Het patroon is een luchtfoto van een Amsterdams huizenblok, met dank aan Google Earth. De relatie tussen tafel en kleed is het gebouw, dat in alle gevallen midden in het huizenblok staat.
De stad, dat is waar het in dit project over gaat. De stad met al haar straten en gebouwen. Op een monitor die aan het plafond hangt speelt een documentaire film waarin een fietskoerier en filosoof de stad doorkruist. Langs straten, via het pad langs de ruime vierbaanswegen, die als radialen, zonnestralen vanuit het centrum alle kanten op gaan, onder de Ringweg door, langs de uitvalswegen A2 richting Utrecht, A8 naar Zaandam. De fietser filosoof tekent zijn indrukken op. Het is èèn van de mogelijke manieren om de stad te leren kennen, vanaf het maaiveld niveau, met je blik op de gevels van de huizen, de plantsoenen, het vele verkeer en de steeds spaarzamer wordende onderbrekingen van kinderspeelplaatsen, enkele bomen. Prachtige roodbruine moerascypressen bijvoorbeeld, die in deze tijd van het jaar hun naalden verliezen, een oranje kleed op het versleten groen. Voor de fietser een oefening in het onthouden van adresgegevens en straten.
De andere manier om de stad te zien, ligt onder de tafels op de vloer, via Google Earth zie je patronen. Architecturale patronen en gebouwen die anders niet zichtbaar zijn. Het zijn de stempels die de architecten ontwierpen. Het zij de resultaten van stadsuitbreidingsplannen en beleid. Ze zijn als de jaarringen van de stad. Een geoefend oog ziet in welke tijd de gebouwen zijn ontstaan. Via Google zie ook de vorm van de stad en zoiets als de Amsterdamse scheggen, taartstukken groen die de stad doorsnijden. Wie meer wil moet even naar het architectuurcentrum ARCAM gaan, waar een expositie over deze groene gronden loopt.
Je zou kunnen denken dat beide manieren om de stad te leren kennen op elkaar aansluiten, maar dat is maar gedeeltelijk zo. Heel veel aspecten van de stad en haar geschiedenis zie je ook bij combinatie van deze systemen niet. Veel gebouwen, ook de gebouwen waar Öğüt op focust, hebben weliswaar een openbare of semiopenbare functie, maar zijn (vaak ook nog eens juist van die functie) alleen voor specifieke groepen mensen of gemeenschappen toegankelijk, gemeenschappen (& doelgroepen) waar mensen ook nog eens vaak alleen tijdens specifieke levensfasen deel van uitmaken. Je kunt daarbij denken aan scholen, misschien aan kerken en kerkgenootschappen, die in Amsterdam zowel door de ontkerkelijking, als door de Protestantse conflictcultuur klein zijn en vooral op uitsluiting gericht. (Hoewel dat ook verandert). Maar je kunt ook denken aan winkels, verenigingen, sportclubs, uitgeverijen, wasserettes, en wat te denken over prive-gebieden en tuinen. Soms is er een voormalige marxistische speeltuin gevestigd, soms zijn de ruimtes dicht. Woningcorporaties sluiten openbare en gemeenschappelijk tuinen steeds vaker af. Bij iedere renovatie in het centrum verdwijnen er meer oude doorgangen en stegen. Het is een patroon. In de drukke straten winkels, in de zijstraten ook aan de grachten, een versteende stille rust…en een steeds meer van bovenaf gereguleerde papieren herinnering, de monumentenzorg, de canon, de oorlog, de emigranten.
Menemen-mory heet het project van Öğüt dat dus niet uitsluitend over de stad en haar stenen structuren gaat, maar vooral over mensen en herinneringen. Hoe die herinneringen aan straten en gebouwen kleven is nog steeds een vraag. De gebouwen en de stenen zelf maken de herinnering slechts ten dele. Soms, zoals bij traumatisch gebeurtenissen, lijken zij wat geschiedde te bewaren. In de Atlas van de Bezette Stad benoemde Bianca Stigter recentelijk zoveel mogelijk plekken die in de Tweede Wereldoorlog van betekenis waren. De architectuur en stadsstructuur als drager van geschiedenis. Maar ‘hard’ is die relatie niet, omdat er ook weer andere gebeurtenissen plaatsvinden, en andere groepen mensen komen, die dezelfde plekken op andere manieren gebruiken. Het zijn mensen die herinneringen maken en nodig hebben, het zijn mensen die vergeten en / of onthouden. Daarom is een gesprek en een ontmoeting voor het stadsbeeld onontbeerlijk.
Dus zit ik met Öğüt aan tafel en we praten en eten. Het is warm en plezierig. Ik vertel over mijn lange relatie met de stad. Hij over het project.
Het wit is een binnenste buiten, een neutrale plaats waar alle herinneringen en structuren de ruimte krijgen. Het wit is een verzamelplek en een start.
Het project is open, luchtig en collectief. Öğüt is in hoge mate geïnteresseerd in het functioneren van collectieven. Hij is mede oprichter en organisator van het Amsterdamse Corridor Project Space (Veemkade 574) waar kunstenaars gezamenlijk een programma verzorgen.
Het project is plezierig mobiel. Ik zou dit project ook in andere steden kunnen doen”, zegt hij.
En waarschijnlijk zal dat ook gebeuren, want hij heeft een flink aantal grensoverschrijdende projecten op zijn CV. Dus, fietser en historici kom. Kom stadsbewoners en kunstliefhebbers, als je interesse hebt in je omgeving, in wat blijft en wat verandert, in wat je verbergt en wat je ziet, wat je vergeet en wat je je herinnert.
Menemen-mory ǀ Suat Öğüt ǀ Tuinstraat 87 Amsterdam ǀ tot 17. 12.2019