Echolocation: Nocturne
Nickel van Duijvenboden & Gwenneth Boelens
Nickel van Duijvenboden, Echolocation: Nocturne
Photo: Charlott Markus, Courtesy: P/////AKT
In de afgelopen weken was bij P/////AKT in Amsterdam de expositie Echolocation: Nocturne van Nickel van Duijvenboden te zien. Het betrof een grote geluidsinstallatie die hij samen met Gwenneth Boelens vorm gaf in de ruimte aan het Zeeburgerpad in Amsterdam. Daarnaast werd op donderdag 20 juli een boottocht georganiseerd die op het thema van de expositie aanvulde en doortrok. Van een vorm van beeldende kunst die zintuigen en geest bevrijden wil: niet alleen het oog, niet alleen de taal, maar een vorm daar tussenin: ritme, de geur van water, en zeer gedempt licht; naar een voorstelling van oude muziek (Sweelinck, Frescobelli etc.) en één modern stuk van Giorgio Tedde.
Het begint bij de boottocht, een gezelschap van zo’n veertig mensen stapt ’s avonds om 12.00 op bij de molen van de IJ-brouwerij. “Stil”, zegt Van Duijvenboden die aan de rand staat: “als jullie stil zijn, horen jullie wellicht de geluiden die zo belangrijk voor mijn installatie zijn.” En het gezelschap zwijgt en kijkt naar het water en de lampen in de nacht.
Eerst richting het open water bij Nemo langszij. De boot ligt even stil en drijft tussen de gekleurde lampen. Links het marine terrein met gebouwen die door witgeschilderde betonnen stutten gedragen worden. Dan naar het water dat langs het talud van het spoor loopt. Een deur met zwart-witte chevron motieven. Een gele trein boven op het talud en onder precies even groot op het water. Plotseling neemt Anna Stegmann haar fluit en speelt Amarillia mia bella van Johan Jacob van Eyck (1590-1657) uit Der Fluyten Lusthof. Aan de overkant van het water, op het open IJ, de mistig ronde natrium lampen van de chemische industrie bij het Vliegenbos.
Bij het KNSM eiland beginnen sommigen weer te praten. De fles gaat rond. Maar als we de stad weer naderen is het al weer stil. De Grote lichte vlakken van de enorme loodsen. Een waterhoen dat krijst. Het duistere silhouet van een fuut. Zeven dikke witte ganzen op een rij op de kaderand. Dan wordt aangemeerd aan de achterkant van het pand van P/////AKT.
Een concert in de donkere zaal. Ik realiseer me dan nog niet dat de zaal ook overdag als de geluiden van Van Duijvenboden volop te horen zijn het licht gedempt is. Nu in de nacht is de overgang bijzonder. Je zou verwachten dat iedereen onmiddellijk aan het praten gaat, maar dat is niet het geval. Nog steeds zwijgt iedereen. Zacht klinken de geluiden die Van Duijvenboden opnam. Dan neemt Andrea Friggi plaats achter het klavecimbel en speelt. Anna Stegman op fluit. Overdag is het geluid veel harder, zegt iemand en inderdaad is het geluid als ik de volgende dag terugkom veel voller en meer overrompelend. Nu gaan muziek en watergeluid zo harmonieus als mogelijk in elkaar over.
Andrea Friggi en Anna Stegmann (Ensemble Odyssey)
Courtesy: P/////AKT
De tentoonstelling van Van Duijvenboden en Boelens richt zich op gedempt zicht en volle geluiden. Van Duijvenboden nam geluiden op in de buurt en maakte er in drie silo’s die als betonnen klankkamers dienst deden een installatie van. Boelens helpt met grote cirkelvormig lappen die in de ruimte hangen. Als ik enige tijd op een stoel zit en luister, veranderen die halve cirkels van vorm, alsof ze de schaduw van een holte vormen. Soms zie je het silhouet van een andere bezoeker voorbij gaan. Als je de tijd neemt, lijkt het werk te voldoen aan haar streven om aan het gangbare te ontsnappen. Je vergeet de gangbare hiërarchie van de zintuigen en nieuwe ervaringen nemen het over. Hoewel ik in mijn beschrijvingen merk, dat ik graag blijf kijken, ook als er dingen te horen zijn.
Luisteren naar de stilte. Kijken in het donker. Taal, beeld en geluid vermogen meer dan we lange tijd dachten. Kunstenaars geven ruim baan aan nieuwe en onverwachte zintuiglijke ervaringen. De Schotse hoogleraar en antropoloog Tim Ingold laat in meerdere uitstekende essays zien dat onze manier van omgaan met geluid en schrift maar één van de mogelijke manieren is. In andere tijden en samenlevingen werden ook andere mogelijkheden benut. Lezen was in de middeleeuwen bijvoorbeeld niet zomaar een abstractie. Het ging vrijwel altijd over spreken. Daardoor lag geschreven taal heel erg dicht bij muziek. Iets dergelijks geldt voor landkaarten, die in die dagen niet zozeer een samenvatting van het landschap vormden. Een kaart was een aanleiding om een diepere ervaring te beleven.
“Rather than surveying the opaque, outer surfaces of the world, the visionary – in whose eyes these surfaces rendered transparent – would look in to it, whereupon was revealed to his mind an inner reality of which the world’s outward visible forms were but appearances.” [1]
Ook de werken van Boelens en Van Duijvenbode vormen de opmaat tot iets wat verder gaat dat het oppervlak. Dat laat de boottocht zien, en dat alles plaats vind in de nacht heeft ook een maatschappelijke dimensie. In Geschwister Tanner, een autobiografische roman van de Zwitserse schrijver Robert Walser (1878-1957) besluit de rusteloze dichter Simon, uit gebrek aan geld (en daadkracht) zijn schilderende broer die in een nabijgelegen dorp woont al wandelend te bezoeken. Hij doet dit ’s nachts wat hem bijzonder handig lijkt omdat hij dan zonder afleiding door kan lopen. Op zijn wandeling doet hij eerst een vriendin aan die een kleine woning heeft aan de rand van de stad. Warm van de wijn die zij hem schenkt gaat hij op pad.
„Es ging wieder bergauf Simon dachte an gar nichts mehr, die zunehmende Anstrengung lähmte seine Gedanken; stille Brunnen wechselten mit einsame Baumgruppen, Walder mit Wolken, Steine mit Quellen, es schien alles mit ihm zu gehen und hinter ihm zu versinken.
(…) Äpfel hörte er dumpf auf die Wiese fallen. Wie geheimnisvoll schön die Wiesen waren: undurchsichtbar und dunkel.“ [2]
De nacht is het geluid van vallende appels. De nacht is waken als anderen slapen. Simon de dichter, die meestal weinig doet, behalve schrijven zoekt zo nu en dan een kantoorbaantje, als dagwerk, schrijft hij. Een doorwaakte nacht is een initiatie. De nachtwandeling van Simon vind in een berglandschap plaats (de natuur). Ze begint in de stad waar hij woont en blijkbaar zelden rondwandelt, want hij heeft de vriendin die hij aan het begin van zijn tocht bezoekt al lang niet meer gezien, voert door de bergen en een groot dorp. Hier doet hij twee keer aan, omdat hij tijdens zijn wandeling verdwaalt. De nachtwandeling van Nickel van Duijvenboden voert door de stad. Door Amsterdam Oost, langs het water van de havens, waar ooit het Oosterdok heeft gelegen, langs bedrijfspanden en kanalen tot aan het spoor en van daaruit via een klein stuk centrum weer naar de bedrijventerreinen terug. Maar ondanks de verschillen zijn beide kunstenaar-wandelaars goed te vergelijken. Zo’n vergelijk levert bovendien een bijzonder inzicht op in wat de nachtwandeling voor kunstenaars betekent.
Het betekent niet alleen een bijzondere ervaring voor de zintuigen, die in het donker een andere hiërarchie en functie hebben dan in het licht. Het is ook een ervaring die de wandelaar buiten de samenleving plaats. Een nachtwandelaar is wakker, als alle andere mensen slapen, heeft een unieke ervaring die maar weinig mensen delen, is – zo houdt hij of zij zich voor van de mensen bevrijdt en vrij.
Echolocation: Nocturne │Nickel van Duijvenboden in collaboration with Gwenneth Boelens │Thinging part IV │ P/////AKT │ 25.06-23.07.2017
Nocturnal boat tour │ 20 July, 23.30-01.30 │In collaboration with Andrea Friggi + Anna Stegmann (Ensemble Odyssey)
[1] Tim Ingold, Ways of Mindwalking: Reading, Writing, Painting, in: Being Alive, Routledge 2011 (p. 199)
[2] Robert Walser, Geschwister Tanner, Suhrkamp Verlag 1983 (P 97)
Het ging weer bergop. Simon dacht helemaal nergens meer aan, de toenemende inspanning verlamde zijn gedachten; stille bronnen werden afgewisseld door eenzame boompartijen, bossen met wolken, stenen met opwellend water, het leek alsof alles hem volgde en achter hem wegzonk. (…) Appels hoorde hij dof op de weide vallen. Hoe geheimzinnig mooi waren die weiden; ondoorzichtig en donker. (vertaling S.M.)