Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 × 114 cm.
Dinsdag 28 januari 2020
Gisteren keek ik met veel plezier naar de film Les Glaneurs et la Glaneuze / The Gleaners and I (2000) van Agnès Varda. J. had een drietal cd’s gevonden. Deze documentaire was er één van. Mijn Frans is niet geweldig zodat ik geen enkel idee had waar de film over zou gaan. De hartvormige aardappel op de cover van de DVD-hoes deed het ergste vrezen. Ik dacht dat het over aardappels en aardappelscheuten zou gaan, een referentie aan de vriendin die als kunstenaar prachtige tuinen maakt en ooit een installatie met aardappels bouwde. Maar, ik had het mis. Ik vond die avond een hartvormige aardappel die ik voor J. bewaarde.
Het ging over korenaren en aardappels, over sigarettendoosjes en wat je op markten vindt, over spul wat overblijft en arbitrair lijkt, en waar sommigen kunst van maken en anderen van in leven blijven. Ach, soms is het jammer om te veel woorden te verspillen aan iets wat je zag, omdat de ander zelf maar moet gaan kijken. Ik wordt in ieder geval gelukkig van zo’n Varda-film, vol beelden van de prachtigste Franse bermen, schuren, de rand van een veld… en naarmate ik langer naar Les Glaneurs et la Glaneuze keek, kreeg ik meer plezier in de film. Rêverieën, referenties: had ik niet zojuist geprobeerd om zoveel mogelijk spullen te onthouden die naast de vuilnisbakken staan in de stad waar ik wandel en woon? Ik noteerde ze en zal de lijst als ik zin heb publiceren.
Hoe dan ook. Het kijken en beschrijven ten behoeve van een verhaal vermengde zich met haar film. Natuurlijk! Denk ik. Natuurlijk! Zo is het. Zo moet het zijn! Ik zie even later hoe een man die na sluiting over de markt loopt in Parijs en daar venkel, appels en peterselie eet. Als Varda hem aanspreekt en vraagt waarom hij afval eet en daarbij onmiddellijk alle voedingselementen noemt, vertelt hij dat hij bioloog is. Later zal blijken dat hij in een opvanghuis voor immigranten woont, waar hij de mensen Franse les geeft op grond van een zelf ontwikkeld systeem. Natuurlijk! Kijken en opsommen, volhouden, geven, niet opgeven. Ook als je soms tegen beter weten in weer de ik-vorm gebruikt.
Zonder het vooraf te beseffen was ik in een leuke, persoonlijke verhandeling over verzamelen terecht gekomen. Er is geen Nederlands woord voor glaneurs. Het zijn, in een beperkte, Bijbelse betekenis van het woord mensen die ‘aren lezen’, vruchten op velden en boomgaarden verzamelen nadat er is geoogst. Zij eten de resten. Gebruiken wat overbleef en ‘gratis’ is. Voer voor uitvreters dus en Japi’s.
“Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.”
Voor de ene een vorm van armenhulp, voor de ander een vorm van respect voor natuur die onderdeel en het bewijs van de Goddelijke Voorzienigheid is – zoals brood in de Islam niet verloren mag gaan. Voor Varda in ieder geval een ambivalent begrip. De glaneuses staan aan de rand van een samenleving die kapitalistisch is en ‘gratis’ niet werkelijk toestaat. Maar Varda suggereert ook dat de vrijgevigheid van de eigenaar van een wijngaarde, mais- of korenveld doorslaggevend is. Toch is het verzamelen van left-overs vooral inspirerend. Kunst uit restjes, zoals Kurt Schwitters die maakte. In Drachten is een mooi werkje te zien dat om een gevonden leeg pakje sigaretten draait. Assemblages en Merzbau. Werkelijkheid en gedachte. Door de wereld reizend. Door Varda verbeeldt als een spel waarbij zij vrachtwagens probeert te vangen. Je kunt ook bouwplaatsen, betonpijlers en vuil beschrijven.
En dan nog een toegift, een gedachte over man en vrouw. Vroeger waren glaneuzes vrouwen, zegt Varda ergens aan het begin van de film, terwijl het nu vaak mannen zijn. Ze is op zoek naar sekseverschillen als sociale categorieën. De glaneuses waren vrouwen omdat hun families geen eten hadden. Het lezen van aren kon een oplossing zijn; Het waren sexy heldinnen toen enkele schilders, waaronder Jules Breton en Jean-François Millet aan het einde van de 19e eeuw besloten om hen te verbeelden. Maar, de échte verzamelaars, de ‘collectioneurs’ zijn mannen. Hun collecties zijn beter omdat mannen nou eenmaal betere jagers zijn.
En Route 18.
EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index