1.

Stephan Keppel 2020 01
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78x114cm.

 

 

Vrijdag 3 januari 2020

Wandeling wezen maken. Licht neurotische bezigheid. Ik wandel vooral als ik niet meer verder weet. Ontsnap aan mijn gedachten en computer. Begonnen bij de Nassaukade. Het regent en ik draag een paraplu. Ook in de kou voel ik mijn slijmvliezen. Druk boven mijn kaken bij mijn jukbeenderen en aan de zijkant van mijn gezicht, zou dit de op het internetnieuws aangekondigde hooikoorts zijn, of ben ik verkouden? Het komt steeds vaker voor dat ik die vreemde druk in mijn hoofd voel. Door de regen is het gras fel groen. De struiken die nog niet kaal zijn ogen fris. Is dit de nieuwe winter?

Ik loop rustig langs de Nassaukade. Het is nog niet druk. Vakantie waarschijnlijk. Straks kom ik ter hoogte van de Spaarndammerbuurt (links), langs het bronzen beeld van Domela Nieuwenhuis (rechts) onder het spoor door op mijn lievelings-stukje stad. Waarom ik het stuk daar zo mooi vind weet ik eigenlijk niet. Vanwege het water denk ik. Ik loop langs de gracht en recht voor mij is de oude haven. Dáár is een nieuw gebouw neergezet, dat groot en vierkant, niet erg mooi, een stuk vrije lucht inkadert.

Het is geen mooie dag. J. had een nachtmerrie die ongetwijfeld vreselijk was. Ik had over verleden gedroomd, wou naar mijzelf terug zoals ik een paar jaar eerder was. Kwam eerst onze kleine dode zwarte kat tegen, die niet veel later ook mij dikke dode witte kat bleek te zijn. Ik neem ze alle twee opnieuw in huis. Trump heeft de oorlog verkondigt aan Iran. Hij is gevaarlijk. Al lange tijd ben ik bang dat hij een oorlog forceert om aan afzetting te ontsnappen.

Het regent nog steeds. Ik loop over de Veemkade, langs Het Stenen Hoofd, naar het Centraal Station. Vind het fijn om even tussen de mensen te zijn en ga een winkel in. Dan weet ik plotseling waar ik naar toe zal gaan. Ik ga de expositie in ARCAM bezoeken over de Amsterdamse Scheggen. Wat dat zijn, die scheggen? De taartpunten groen die vanuit het stadscentrum (het Vondelpark en Artis – De oude Plantage) de verschillende stadsdelen scheiden. Het is het groen waardoor het lijkt alsof je overal in Amsterdam heel gemakkelijk de stad uitkomt.

Het groen en blauw van de Amstel (de Amstelscheg).
Het groen van het Amsterdamse Bos, richting de Ringvaart bij Aalsmeer, richting de Haarlemmermeerpolder en Schiphol.
Het groen van Amsterdam West langs het Noordzeekanaal. Daar waar soms op het ruwe zand nog hele kolonies vlinders te vinden waren, blauwtjes, bruintjes en bloeddropjes, zandoogjes, noem maar op. Ze worden nu door festivalgangers vertrapt – als ergens een feest is hoor je van Amsterdam tot aan Haarlem het gedreun van de bastonen – of, dat is ook goed mogelijk, er is een parkeerplaats voor toeristenbussen gemaakt. Het is een mooi gebied, uitgestrekt en avontuurlijk. Industrieën, overslagplaatsen, havens en zilveren schuren voor allerhande spul verdelen het landschap in stukjes. Een golfveld hier, een picknickplaats daar. En verder fietspaden en wegen voor vrachtwagens.
De Brettenscheg. De volste. Er worden in toekomst nog meer huizen gebouwd. De snelweg is er al. Ik ben er niet zo dol op. Het riekt naar ideologie. Een smal stuk fietspad en riethagen langs de weg die naar Haarlem loopt. Op de kop kan je tuinen en landjes vinden die nu steeds voller worden. De watervogels waaronder, volgens de borden, de Roerdomp, het roemruchte goed gecamoufleerde   broertje van de reiger, zal waarschijnlijk al vertrokken zijn. Halfweg breidt aan alle kanten uit.

De Zaanse scheg aan de andere kant van het Noordzeekanaal.
De Waterland scheg, dampend van de zuren.
Het IJ-meer scheg en de Diemerscheg.

In de tijd dat ik de Stelling van Amsterdam affietste, kruiste ik ze allemaal. De stelling ligt immers in een straal van ongeveer vijftien kilometer van de stad vandaan, en ik ben van al die plekken gaan houden.

Wandelen als een licht neurotische bezigheid. Het kalmeert de zinnen en brengt je op nieuwe ideeën. Ik vond de tentoonstelling niet zo heel bijzonder, maar onderschrijf het manifest dat het architectuurcentrum ARCAM samen met Boom Landscape heeft opgesteld. Nu ben ik dicht bij Artis, daar zal ik een oesterzwamkroket eten en een kop soep. Het regent nog steeds. En Route 2.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index

 

 

top of page